Herenhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Louis De Vriendt, naar een ontwerp door de architect Adolphe Van Coppernolle uit 1916 (inscriptie). De rijwoning met een gevelbreedte van vier traveeën, telt een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. Opgetrokken in volle oorlogstijd behoort het hotel De Vriendt tot het vroege oeuvre van Van Coppernolle, wiens carrière begin jaren 1900 van start ging. Vóór 1910 paste de architect in zijn ontwerpen voor privéwoningen zowel een gematigde art-nouveaustijl als een klassiek geïnspireerde eclectische stijl toe, om zich vervolgens gedurende enkele jaren op de beaux-artsstijl te concentreren. Daarvan behoort het hotel De Vriendt tot de meest zuivere en prestigieuze uitingen. Vanaf de vroege jaren 1920 liet Van Coppernolle zich opmerken met gebouwen in art-decostijl, waaronder een van de meest stijlvolle voorbeelden in Antwerpen, de club "Claridge" uit 1930 in de Anneessensstraat. Na de Tweede Wereldoorlog lijkt hij niet meer actief te zijn geweest.
Het voorname gevelfront heeft een verzorgd parement uit natuursteen op een arduinen plint. Horizontaal vertoont de lijstgevel een tweeledige opbouw, bestaande uit de pui met schijnvoegen en puilijst, en de bovenbouw met een klassiek hoofdgestel. Verticaal legt de compositie de klemtoon op het zijrisaliet met de koetspoort en een balkon, daar waar de bel-etage in de middenas wordt gemarkeerd door een licht gebogen erker met zware consoles. De koetspoort in kwartholle omlijsting en de benedenvensters zijn rondbogig van vorm, de bovenvensters getoogd in een vlakke omlijsting, met op de bel-etage een sluitsteen en waterlijst. In de beste beaux-arts-traditie is het geveldecor zowel ontleend aan de Lodewijk XIV-stijl als het rococo, met opvallende, fraai gebeeldhouwde maskerkopsleutels in de pui, en grillige rocailles als versiering van sluitstenen, borstweringen en de fries. Ook het sierlijke smeedwerk van de koetspoort met merkplaatje van het atelier Pierre Meeuws, de borstweringen en de keldertralies gaat terug op 18de-eeuwse modellen. Ook het gevernist houten vensterschrijnwerk is bewaard.
De plattegrond berust op een duidelijke scheiding van ontvangstruimten, privévertrekken en dienstlokalen. Het interieur is georganiseerd rond de centrale traphal met staatsietrap en bovenlicht, die wordt ontdubbeld door de diensttrap. Uitgerust voor inwonend personeel, delen volgens de bouwplannen de keuken en de ‘état domestique’ het souterrain met de voorraadkelders. Op de begane grond neemt het salon de straatzijde in, en de enfilade van eetkamer, veranda en overdekt terras de tuinzijde. De eerste verdieping omvat een privésalon, drie slaapkamers waarvan de grootste twee met ‘cabinet de toilette’, en de badkamer met bovenlicht. Op de tweede verdieping, slechts bereikbaar via de diensttrap, bevinden zich vooraan twee slaapkamers met gemeenschappelijk ‘cabinet de toilette’, en achteraan twee mansardekamertjes.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2013: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/144447 (geraadpleegd op ).
Burgerhuis van vier traveeën en drie bouwlagen, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw opgetrokken in eclectische neorocaillestijl. Natuurstenen lijstgevel met links licht risaliet; arduinen sokkel, brede doorlopende puilijst en geleed kordon onder geornamenteerd fries. Geblokte begane grond, tweede bouwlaag met balkonnetje in de eerste travee en gebogen erker in de derde travee met bekronende ijzeren balkonleuning. Rondboogvormige muuropeningen op begane grond, hogerop segmentboogvensters in bandomlijsting met oren, gebogen waterlijst en cartouchesleutels op tweede bouwlaag.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6500 (geraadpleegd op ).