Teksten van Herenhuis in beaux-artsstijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6502

Herenhuis in beaux-artsstijl ()

Herenhuis in beaux-artsstijl met art-nouveau-inslag, naar een ontwerp door de architect Gustave Fierens uit 1913 (inscriptie). Opdrachtgever was de van oorsprong Poolse diamanthandelaar Henri Grünzweig (Krakau, 1869-Antwerpen, 1937), die in 1891 vanuit Parijs naar Antwerpen emigreerde. Samen met zijn tweede echtgenote Taube-Antonia Grünzweig (°Krakau, 1875), werd hij in 1926 tot Belgisch staatsburger genaturaliseerd. De huidige huisnaam "Residentie In Casa Candida" is van recente datum.

Het hotel Grünzweig is representatief voor het vroege oeuvre van Gustave Fierens, wiens carrière omstreeks 1905 een aanvang nam. Van bij de start bijzonder productief, realiseerde de architect vóór de Eerste Wereldoorlog tientallen heren- en burgerhuizen in Antwerpen, vaak ontworpen als eenheidsbebouwing. Daarbij paste hij naargelang het project de beaux-artsstijl of een gematigde art nouveau toe, soms zoals in het geval van hotel Grünzweig een combinatie van beide, geïnspireerd op eigentijdse Franse voorbeelden. Tijdens de jaren 1920 en 1930 evolueerde zijn architectuur van een sobere art deco naar een gematigd modernisme. Tot zijn belangrijkste latere werken behoort het sociaal wooncomplex van de huisvestingsmaatschappij Onze Woning uit 1937-1939, met in totaal 205 flats ingeplant op het bouwblok Nationalestraat, Kronenburgstraat, Van Craesbeeckstraat en Willem Lepelstraat. Fierens was als architect actief tot midden jaren 1950.

Met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een mansardedak. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen (Savonnière, Euville), met gebruik van Zweeds graniet voor de plint en leien als dakbedekking. Geleed in een lage geblokte pui en een rijzige bovenbouw met hoofdgestel, legt de asymmetrische compositie, overeenkomstig de indeling van het interieur, de klemtoon op het twee traveeën brede rechter zijrisaliet. Dit laatste wordt op de bel-etage gemarkeerd door een bow-window met drielicht, bekroond door een balkon met postamenten. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen op de eerste twee, en korfboogvensters op de derde bouwlaag. Een gewelfd hoofdgestel met bewerkte houten kroonlijst op consoles, en twee natuurstenen dakvensters, de grootste onder een gewelfd fronton met vrouwenhoofd, vormen de gevelbekroning. Waar het geveldecor van voluutsleutels, medaillons, lauwerkransen, guirlandes, chutes en rankwerk ondubbelzinnig aan de beaux-artsstijl is ontleend, kenmerkt het fraaie smeedwerk van de deuren en borstweringen zich door een geometrisch art-nouveaupatroon. Net als de smeedijzeren deuren van het hoofd- en dienstportaal, vervaardigd door het atelier Van Coppenolle, en de voetschrapers, is het eikenhouten schrijnwerk met typische roedeverdeling van de vensters bewaard; gebrandschilderde glas-in-loodramen met jachttaferelen op de begane grond.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning met gescheiden ontvangstruimten, privévertrekken en dienstlokalen. Georganiseerd rond de traphal met bovenlicht, ontdubbeld door de diensttrap, omvat de lage begane grond behalve de vestibule, vestiaire en dienstingang, de spreekkamer, de keuken met keukenlift en een 'cabinet'. Een enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht beslaat over de volledige diepte de rechterflank van de bel-etage, geflankeerd door de bibliotheek aan straatzijde, en door de biljartzaal en de office aan tuinzijde, alwaar een gevelbreed overdekt terras. De tweede verdieping en mansarde herbergen de privévertrekken, slaap-, gasten- en meidenkamers met bijhorend sanitair.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1913#4284; vreemdelingendossier 481#72006.
  • DE VOS D. 1921: Werk van jongeren, De Bouwgids 8-12.7, 132-133.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173464 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Burgerhuis van vier traveeën en drie bouwlagen onder leien mansardedak met rondboogvormige dakvensters in natuurstenen omlijsting, uit eerste kwart 20ste eeuw. Natuurstenen lijstgevel op arduinen onderbouw, lage geblokte begane grond, brede puilijst, gebogen erker met bekronend balkon op tweede bouwlaag. Gekorniste kroonlijst op modillons en uitgelengde consoles. Gevel versierd met cartouches en festoenen. Rechthoekige en korfboogvensters, de laatste op derde verdieping. Oorspronkelijke rechthoekige deur in eerste travee.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6502 (geraadpleegd op ).