Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Charles Wouters, naar een ontwerp door Jos. Evrard uit 1906 (inscriptie). De architect die actief was van kort vóór de eeuwwisseling, maakte naam met een behoudend oeuvre, waaronder enkele kerkgebouwen. Het hotel Wouters is representatief voor de klassieke, op de Franse Lodewijkstijlen geïnspireerde architectuur, die Evrard vóór de Eerste Wereldoorlog in de woningen voor een bemiddeld cliënteel toepaste.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De statige lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en leien als dakbedekking. Geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, is de opstand opgebouwd uit de pui met schijnvoegen en rondboogopeningen, de door Ionische pilasters geritmeerde bel-etage met rechthoekige vensters, en de attiek met een rondbogig dakvenster tussen oeils-de-boeuf en bekronende vazen. Verder legt de compositie de klemtoon op de middenas, door middel van het balkon met balustrade op de bel-etage. Bestaande uit guirlandes op de borstweringen, chutes met strik op de balkonpostamenten, en entrelacfriezen boven de vensters, is het geveldecor ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Het houten schrijnwerk van de koetspoort en de vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals het smeedijzer van de keldertralies en de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond wordt opgedeeld door de centrale traphal met bovenlicht, die het salon scheidt van de eetkamer met veranda. Oorspronkelijk bevond de keuken zich vermoedelijk in het souterrain. De bovenverdiepingen omvatten de privé- en slapvertrekken.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1906#912.