is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch herenhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistich herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Herenhuis in neoclassicistische stijl, gebouwd in opdracht van de weduwe J.A. Van Dael, naar een ontwerp uit 1864.Tot het oorspronkelijke bouwprogramma behoorde een vandaag verdwenen koetshuis in de Haringrodestraat 13. De bouwaanvraag werd in naam van de weduwe Van Dael ingediend door haar zaakgelastigde, de advocaat Louis Segers-Meeus. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Het hotel kwam in 1871 door aankoop in het bezit van Leopold De Wael (1823-1892), handelaar en liberaal politicus, gehuwd met Fanny Van Gend (1844-1887) met wie hij vijf kinderen kreeg. De Wael zetelde als Antwerps provincieraadslid van 1860 tot 1864, en als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Antwerpen van 1878 tot 1880 en van 1882 tot 1884. Hij werd in 1872 benoemd tot burgemeester van Antwerpen, een ambt dat hij bekleedde tot zijn overlijden in 1892. In 1933 vestigde het echtpaar Jacques en Sophie Schoeters-De Boeck de huidige traiteurszaak en feestzaal in het pand, dat daartoe werd verbouwd. Van deze ingreep dateert de statige smeedijzeren trap naar de ontvangstsalons op de eerste verdieping.
Statige rijwoning met een gevelbreedte van vijf traveeën, drie bouwlagen hoog boven een souterrain, afgedekt met een zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, een geprofileerde plint uit blauwe hardsteen, doorlopende kordons en lekdrempels, geornamenteerde panelenfries en gekorniste kroonlijst met tandlijst op uitgelengde consoles. Licht middenrisaliet van drie traveeën met balkon op tweede bouwlaag, smeedijzeren balkonleuning, op derde bouwlaag borstwering met guirlandes. Geblokte begane grond. Rondboogvormige keldervensters met sierlijk smeedwerk, verder segmentboogvensters in geriemde omlijstingen, bovenverdiepingen met oren, risalietvensters met geornamenteerde sluitstenen; de balkonvensters worden bekroond door een gekorniste waterlijst op voluutconsooltjes. Links rondboogdeur in geriemde omlijsting met grote sluitsteen, zwikken met stucwerk.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Naar aanleiding van de verbouwing omstreeks 1933 van het herenhuis tot traiteurzaak en feestzaal werd in 1932 een OTIS-personenlift in een open schacht geïnstalleerd. Deze in de traphal geïntegreerde elektrische lift met metalen ophangsysteem biedt plaats aan drie personen (nominale last: 320 kilogram) en ontsluit drie niveaus. Een metalen hekwerk met gaaswerk schermt de open liftschacht langs de trap af tot op een hoogte van 180 centimeter. De drie bordessen worden afgesloten met identieke stalen harmonicadeuren met koperen handgreep. Bij deze bordesdeuren hoort telkens een identieke geprofileerde oproepknop. De liftkooi heeft een houten vloer en een met vier glasramen opengewerkt houten plafond met centraal een origineel verlichtingselement. De houten kooiwanden bestaan uit grote paneelwanden wat de zij- en achterwanden betreft en smalle paneelwanden in de (afgeschuinde) hoeken. De wanden worden rondom bekroond met een houten lijst die met roodboogvormige verluchtingsgaten is uitgewerkt. Tegen een zijwand bevindt zich een koperen bedieningspaneel met zendknoppen (in kunststof). Het paneel vermeldt de constructeur en de locaties van de OTIS-filialen: ‘Cie Belge des Ascenseurs / OTIS / Bruxelles – Anvers – Ostende’. Een stalen harmonicadeur met koperen handgreep sluit de liftkooi af. In de machinekamer bovenop de liftschacht is de originele besturingsinstallatie van constructeur OTIS bewaard.