Teksten van Burgerhuizen in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6519

Gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl ()

Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1907. Opdrachtgevers waren leden van de familie Thiébaud en Coquilhat, meer bepaald Léon Thiébaud, mevrouw Em. Thiébaud, weduwe H. Willems, mevrouw Elvire Thiébaud echtgenote A. Cooreman, Léon en Camille Coquilhat.

Het ensemble is representatief voor de persoonlijke, op Brusselse voorbeelden geïnspireerde art-nouveaustijl, die Jacques De Weerdt vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog in het merendeel van zijn ontwerpen toepaste. Op amper tien jaar tijd realiseerde hij alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, zowel in art-nouveau- als in neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Zijn architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, tellen beide rijwoningen vier bouwlagen en een pseudo-mansarde. De lijstgevels onderscheiden zich door een parement uit witte natuursteen, met gebruik van blauwe hardsteen voor de pui of plint, en leien als dakbedekking. Beide opstanden worden geleed door de gewelfde puilijst, en afgewerkt door een klassiek hoofdgestel met guirlandes. Opvallend is de plastische behandeling van het gevelvlak door middel van een loggia, erkers en balkons, en de variatie aan venstervormen met waterlijst, steek-, korf-, rondbogig of met afgeronde hoeken. Het geveldecor vermengt typische art-nouveau-motieven, -profielen en -lekdrempels, met aan de beaux-arts ontleende ornamenten als guirlandes en chutes met strik. De bouwplannen wijken af van de uitgevoerde toestand, met name wat de uitwerking van de begane grond van beide panden betreft, en de axiale compositie van nummer 202. De Weerdt ontwierp de woningen aanvankelijk volgens het klassieke schema van het burgerhuis met souterrain, en bedacht nummer 202 met een gelijkaardig asymmetrisch gevelschema als nummer 200.

Nummer 200. Asymmetrisch van opzet, legt de gevelcompositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat boven de kroonlijst is doorgetrokken in een dakvenster bekroond met een gebogen waterlijst. Een tweezijdige en een afgeronde erker op consoles, een balkon met postamenten en smeedijzeren borstwering, en bewerkte pilasters markeren de opeenvolgende verdiepingen. Het houten art-nouveau-schrijnwerk van de bovenvensters met typische roeden in het bovenlicht is bewaard; de benedenvensters werden verlaagd tot vitrines en de inkomdeur is vernieuwd.

Nummer 202. Axiaal van compositie ontleent de gevelopstand zijn plastische expressie aan de loggia van de bel-etage, vloeiend uitgewerkt met een gewelfd profiel, en gemarkeerd door slanke gietijzeren zuiltjes en sierlijk art-nouveau-smeedwerk in borstwering en bekroning. Hierbij sluit op de tweede verdieping een bow-window met vierlicht aan, bekroond door een balkon met postamenten en smeedijzeren borstwering vóór het drielicht van de derde verdieping. Het houten art-nouveau-schrijnwerk van de vensters, met typische roeden en geslepen glas in het bovenlicht is integraal bewaard. Opmerkelijk is de smeedijzeren deur versierd met slingers van roosjes, volgens het merkplaatje vervaardigd door de kunstsmederij Lodewijk Van Boeckel (Ferronnerie d’Art L. Van Boeckel) uit Lier. Ook het smeedwerk van de venstertralies op de begane grond, de loggia en het balkon op de verdiepingen, gekenmerkt door geappliqueerde bladranken, is aan hem toe te schrijven.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, met de vestibule en dienstlokalen als de spreekkamer en de keuken op de lage begane grond, ontvangstvertrekken op het ’schoon verdiep’, privé- en slaapvertrekken hogerop.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1907#1598.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 91.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/173521 (geraadpleegd op ).


Rijhuizen in art-nouveaustijl ()

Rijhuizen in art-nouveaustijl met neo-Lodewijk XVI-ornamenten naar ontwerp van J. De Weerdt van 1907. Natuurstenen parement voor een lijstgevel van totaal zes traveeën en vier bouwlagen onder pseudo-mansardedak met rechthoekige dakvensters; arduinen plint, verspringende puilijst, fries met guirlandes. Muuropeningen op lage begane grond met afgeronde bovenhoeken.

Nummer 200. Linker gevelhelft hoger opgaand boven de kroonlijst en afgesloten door gebogen waterlijst; respectievelijk driehoekige en afgeronde erker op tweede en derde verdieping, bekronend balkon met smeedijzeren leuning tussen geornamenteerde postamenten. Rondboogvormige en rechthoekige vensters met afgeronde hoeken omlijst door gebogen waterlijsten. Bewaard houtwerk. Aangepaste begane grond met winkelfunctie.

Nummer 202 met gevelbrede loggia, gebogen erker en bekronend balkon. Smeedijzeren zuiltjes en leuningen voor loggia en balkon. Eveneens diverse boogvormige (deur)vensters met omlopende waterlijsten, bewaard houtwerk.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1907#1598.
  • VANHOVE B. 1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 91.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuizen in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6519 (geraadpleegd op ).