Historiek en context
Twee gekoppelde appartementsgebouwen in gematigd modernisme, naar ontwerpen door de architect John Van Zeeland (gevelsteen) uit 1932 (rechter pand) en 1934 (linker pand). Opdrachtgever was de Etablissements Baker met hoofdzetel te Brussel, die achteraan op het terrein over kantoren, opslagruimte en een atelier beschikte. Het rechter pand (nummers 21-25) waarvoor drie 19de-eeuwse rijhuizen verdwenen werd in 1932-1933 opgetrokken, het linker pand (nummer 17-19) dat twee rijhuizen vervangt kwam in 1935 tot stand. Beide gebouwen omvatten elk tien middenklasse-flats, aangevuld door twee winkels met woonst in het rechter pand, een doorgang naar de bedrijfsgebouwen, een conciërgeloge en -woning in het linker pand.
De appartementsgebouwen Baker behoren tot het vroege oeuvre van John Van Zeeland, die actief was vanaf begin jaren 1920. In 1935 behaalde hij met de dokterswoning Prové in Deurne een Tweede Vermelding in de Prijs van de Ven. Tot zijn meer prestigieuze flatgebouwen behoren "La Résidence" uit 1935 op de hoek van Van Schoonbekestraat en Mechelsesteenweg en de "Résidence du Parc" uit 1936 aan de Rubenslei. Vermoedelijk actief tot zijn overlijden in 1965, haalde Van Zeeland in zijn conventionele naoorlogse oeuvre nooit meer het niveau waarmee hij zich tijdens het interbellum liet opmerken.
Architectuur
De gekoppelde appartementsgebouwen die aan een vrijwel identiek opzet beantwoorden omvatten elk vier traveeën en zes bouwlagen onder een plat dak. Waar de structuur berust op een gewapend betonskelet, combineert het gevelparement een pui uit blauwe hardsteen met een bovenbouw overwegend uit witte natuursteen (Juvigny) geaccentueerd door rood baksteenmetselwerk. Het oorspronkelijke stalen schrijnwerk van inkomdeuren en vensters was aanvankelijk lichtgroen gelakt. Axiaal-symmetrisch van opzet wordt de overkragende bovenbouw geritmeerd door afgeronde, rechthoekige erkerpartijen in de zijtraveeën, die respectievelijk oplopen over alle vijf (rechter pand) of de eerste vier verdiepingen (linker pand). De middenas met het inkomportaal krijgt een klemtoon als risaliet, opgetrokken tot de daklijst, geaccentueerd door een halve kolom in kolossale orde en een balkon met smeedijzeren borstwering ter hoogte van de vierde verdieping. Doorgetrokken lekdremels bepalen discreet de horizontale geleding. Het rechter pand onderscheidt zich door de winkelpuien met zijportaal die gespiegeld de inkom flankeren, en een vierlicht in de topgeleding van het risaliet. In het linker pand neemt de inrijpoort de eerste travee van de pui in, en accentueren korte afgeronde luifels de zijvensters van de topgeleding. Het schrijnwerk van de inrijpoort, inkomportalen en vensters is vernieuwd.
Volgens de bouwplannen groeperen de bovenverdiepingen van beide appartementsgebouwen telkens twee gestandaardiseerde appartementen aan weerszij van de centraal ingeplante inkom- en traphal (halfrond) met lift en de ingesloten lichtschacht. De gespiegelde flats bestaan achtereenvolgens uit een woonkamer-salon aan straatzijde, de keuken met terras en berging of meidenkamer bij de lichtschacht, twee slaapkamers en een badkamer aan de achterzijde. Op de begane grond van het rechter pand beschikken de winkels achteraan over een woonkamer, wasplaats, twee slaapkamers en een badkamer. Bij de conciërgeloge en -woning op de begane grond van het linker pand sluiten de kantoren, opslagruimte en het atelier van de Etablissements Baker aan.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1932#42145 en 18#1797.
- GILLES P. 1936: Immeubles d’appartements à Anvers. Architecte: J. Van Zeeland, K.M.BA, Bâtir 5.44, 771-772.