Bescheiden burgerhuis gebouwd in eclectische stijl in opdracht van H. Pierre, naar een ontwerp van architect Jos Wilrycx uit 1908. Een volgende eigenaar, Frans De Laet, liet de voorgevel tot zijn huidige art-decovorm moderniseren, naar een ontwerp van architect Louis De Vooght uit 1928.
Het rijhuis telt twee ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (pannen). De voorgevel ontleende oorspronkelijk zijn pittoreske karakter aan een parement in gele baksteen, met een plint en speklagen in hardsteen. Decoratieve panelen waarin centraal een vrouwenmedaillon of vaas, vermoedelijk uitgevoerd in kleurig sgraffito of mozaïek, sierden daarbij boogvelden en borstweringen van de bovenvensters. De asymmetrische compositie legde de klemtoon op de bredere zijtravee, die hoger opliep in een gewolfd dakvenster. Kenmerkend waren verder de ijzeren I-lateien met rozetten, de deurluifel in smeedijzer en glas, de houten kroonlijst en windborden. Als structurele ingrepen werden bij de verbouwing van 1928 een over de twee bouwlagen oplopende bow-window toegevoegd, en het dakvenster in rechthoekige vorm verbouwd. Het parement werd deels met een sierbepleistering in golvend bandwerk bekleed, verder witgeschilderd en voorzien van een gestrekte deurluifel en een nieuwe kroonlijst op klossen. Hieraan ging een niet uitgevoerd en minder ingrijpend ontwerp uit 1927 vooraf, voor een bow-window met koepelgewelf enkel op het gelijkvloers. Het bewaarde houten schrijnwerk behoort eveneens tot de verbouwing van 1928; het smeedijzeren voortuinhek is vermoedelijk nog het oorspronkelijke.
Volgens de bouwplannen beantwoordt de plattegrond aan een conventioneel schema, waarbij het salon en de eetkamer worden geflankeerd door de inkom, het trappenhuis en de keuken, met een overdekt terras aan de tuinzijde. De bovenverdieping omvat twee slaapkamers en een badkamer, met een zolder onder het dak.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1908#1214, 1928#29284 en 1927#25958.