"Juventa". Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in eclectische stijl, gebouwd naar een ontwerp van de architecten Arthur Vander Heyden en Laurent Duvivier uit 1908. Opdrachtgevers waren Felix De Vleeschouwer en Duvivier zelf, die samen met zijn oom actief was als bouwpromotor in de wijk. Vóór de Eerste Wereldoorlog liet hij hier meerdere panden voor eigen rekening liet optrekken, waaronder zijn privé-woning in de Bosmanslei uit 1911. Waar hij voor opdrachten door derden vaker zelfstandig het ontwerp tekende, ging hij voor zijn eigen vastgoedprojecten telkens een samenwerking aan met andere architecten, behalve Vander Heyden ook Adolphe Van Coppernolle.

De gespiegelde rijwoningen van twee ongelijke traveeën, tellen een souterrain en drie bouwlagen onder een complex zadeldak (blauwe pannen). Het volkomen symmetrische gevelfront is opgetrokken in witte Silezische baksteen, verwerkt met natuursteen voor speklagen en ornamenten, en blauwe hardsteen voor de plint, puilijst en lekdrempels. Pittoresk van karakter vermengt het ontwerp stijlkenmerken van de cottage-architectuur, met een discrete art-nouveau-ornamentiek die het sterkst tot uiting komt in de profileringen en het smeedwerk. Typisch zijn de bewerkte deurlateien, de vegetale beëindiging van de waterlijsten en de dorpelspuwers. In overeenstemming met de opdeling in hoofd- en nevenruimten van het interieur, legt de compositie het accent op de brede en hoger oplopende zijrisalieten. Deze worden achtereenvolgens gemarkeerd door een driezijdige erker, een breed rondbooglicht met een bloemmotief op de sluitsteen, een korfbooglisene, en als bekroning een spitse geveltop in houten stijl- en regelwerk met windborden (vandaag witgeschilderd). Waar de erker in het linkerpand een balkon draagt, is in het rechterpand een kleine glazen erker in het rondbooglicht ingepast, een kleine afwijking op het gevelsymmetrie die echter al uit de bouwtijd dateert. In de tussenliggende traveeën leidt een bordestrap naar de gekoppelde spiegelboogdeuren, waarboven een gehavend mozaïekpaneel met de huisnaam "Juventa", en hogerop twee ovale oculi, een overstekend dakvlak op consoles en twee dakkapellen. Het oorspronkelijk gevernist houten schrijnwerk van de deuren en vensters met kleine roedeverdeling is bewaard, evenals het fraaie smeedijzeren voortuinhek, de bordes- en de balkonborstweringen, en een windwijzer.

De identieke, gespiegeld plattegrond van beide woningen beantwoordt aan de klassieke typologie van de burgerwoning, waarbij het souterrain oorspronkelijk ruimte bood aan de dienstingang en de keuken met keukenlift. Volgens de bouwplannen wordt de suite van salon en eetkamer op de begane grond geflankeerd door de inkom en het trappenhuis, terwijl een veranda met bovenlicht, erker en buitentrap over de volledige breedte de tuinzijde inneemt. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers, een logeerkamer en een badkamer, de tweede verdieping twee voorkamers en een zolder.

Zogenaamde "Juventa" (mozaïek). In spiegelbeeld gebouwde eenheidsbebouwing met art-nouveau-inslag naar ontwerp van A. Van der Heyden, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Witte bakstenen lijst- en puntgevels met gebruik van hardsteen voor de plint, puilijst en banden; totaal vier traveeën en drie bouwlagen onder overkragend pannen zadeldak. Zijtravee verhoogd door puntgevels met houten windborden, lisenen en rondboogfries. Verhoogde begane grond met erkers, hogerop rondboogvenster onder omlopende waterlijst; voorts getoogde, rechthoekige en ovale vensters. Rechthoekige deuren met schouderboogvormige bovenlichten onder mozaïekpaneel met huisnaam. Brede steektrap met ijzeren leuning, links en rechts dienstingangen.

Nummer 8: oorspronkelijke erker bewaard met bekronende art-nouveau-balkonleuning