Burgerhuis in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van de handelaar Leopold Janssens, naar een ontwerp door de architect Alexis Van Mechelen uit 1900. Tot het bouwproject behoorde een bescheiden pakhuis op het rechts aanpalende perceel, dat inmiddels is gesloopt. Twee traveeën breed en twee bouwlagen hoog onder een zadeldak, werd de opstand in bak- en natuursteen geopend door een inrijpoort en laadluiken met ijzeren I-balken.
Alexis Van Mechelen startte zijn loopbaan in 1887, met het café van de Wijngaard Natie aan de Oudeleeuwenrui in opdracht van zijn vader, gevolgd door privé-opdrachten in conventionele neoclassicistische en pittoreske neo-Vlaamserenaissance-stijl. De woning Janssens behoort met de woning Geerts uit 1897 aan de Amerikalei tot zijn zeldzame toepassingen van de art nouveau. Als stads(hoofd)bouwmeester van 1902 tot zijn overlijden in 1919, werd Van Mechelen vooral bekend van de Opera aan de Frankrijklei en de Stadsfeestzaal aan de Meir die hij in de jaren 1900 realiseerde. Deze gebouwen kenmerken zich door een monumentaal eclecticisme onder invloed van de beaux-artsstijl. Tijdens zijn ambtsperiode ontwierp hij een tiental schoolcomplexen zowel in eclectische (Kasteelstraat), in neo-Vlaamserenaissance-stijl (Grotehondstraat) als in beaux-artstijl (Lamorinièrestraat).
Rijwoning van drie traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak. Het art-nouveaukarakter berust op de typische vormgeving van de ontlastingsbogen, het smeed- en schrijnwerk, evenals op het discrete sculpturale decor van het balkon, de hoekstenen, puilijst, boogvelden en onderdorpels. De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de geprofileerde plint en lekdrempels, en witte natuursteen voor de penanten van de pui, het balkon, de puilijst, speklagen, lateien, hoek- en sluitstenen. Regelmatig van ordonnantieschema legt de compositie de klemtoon op de middenas, die op de eerste verdieping wordt gemarkeerd door een balkon met bewerkte consoles, postamenten en een smeedijzeren borstwering. Rondboogdeur en -vensters met conische ontlastingsbogen en sluitstenen op de begane grond. Rechthoekige bovenvensters met ontlastingsbogen en sluitstenen, op de eerste verdieping geaccentueerd door bewerkte onderdorpels en boogvelden. Daarvan zijn de reliëfs met florale motieven na 2007 verwijderd. Een houten kroonlijst op klossen vormt de gevelbeëindiging. Typische houten inkomdeur met bovenlicht en vensters; sierlijke smeedijzeren keldertralies.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1900#434.
- VAN HOVE B.1978: De Art Nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven licentiaatsverhandeling Rijksuniversiteit Gent, 11.