Eenheidsbebouwing van vijf burgerhuizen in neoclassicistische stijl, opgetrokken door de aannemer Louis Peeters-Gowie. Volgens de bouwaanvragen was Jos. Van Roozendael opdrachtgever van nummer 20 dat als eerste tot stand kwam in 1884; de overige vier panden volgden in 1884 (nummers 12-14) en 1885 (nummers 16-18) voor eigen rekening van de aannemer. In het grootste van deze laatste vier, her nummer 12 met achterliggend koetshuis en paardenstal, nam hij zelf zijn intrek.
Rijhuizen van telkens drie traveeën en drie bouwlagen, nummers 14, 16 en 20 hoger opgaand met een attiekverdieping, onder zadeldak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met hardstenen plint en begane grond, laatstgenoemde geblokt met paneelwerk en/of diamantkoppen. Horizontale geleding door kordons, doorlopende borstweringen en lekdrempels en het klassieke hoofdgestel. De compositie legt de klemtoon op de middenas door middel van balkons met een balustrade of ijzeren hek; de consoles op nummers 12, 14 en 16 zijn versierd met wortelmotieven. Gekorniste kroonlijsten op klossen (nummers 12 en 18) of uitgelengde consoles (nummers 14, 16 en 20) waartussen attiekvensters. Registers van rechthoekige muuropeningen, op de bovenverdieping in geriemde omlijstingen, de deuren met bovenlicht en steektrap (3 treden). Licht afwijkende opstand voor het nummer 12, de eigen woning van Louis Peeters-Gowie, met balkons in de linker en een koetspoort in de bredere rechter travee.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1884#945, 1884#1050, 1884#1148 en 1885#86.