Herenhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van Raoul de Wael, naar een ontwerp door de architect Frans De Meyer uit 1874. Ten tijde van de bouwaanvraag was De Wael gedomicilieerd in het Franse Duinkerke.
Van Frans De Meyer werden in Antwerpen een 25-tal nieuwbouwprojecten voor heren- en burgerhuizen teruggevonden, uit de jaren 1872 tot 1887. Waar de architect aanvankelijk een conventionele neoclassicistische stijl toepaste, met het hotel Raoul de Wael als representatief voorbeeld, bediende hij zich vanaf de jaren 1880 sporadisch ook van de neo-Vlaamserenaissance-stijl.
Voorname rijwoning van vier traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder een masardedak (nok parallel aan de straat, leien). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met een geblokte begane grond en schijnvoegen in de zijtraveeën van de bovenbouw, rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op het twee traveeën brede middenrisaliet, op de bouwplannen doortrokken tot in de bedaking met oeils-de boeuf. Het risaliet wordt op de bel-etage gemarkeerd door driehoekige frontons en een balkon met doorgetrokken balustrade, beide op bewerkte voluutconsoles. Rondbogige koetspoort met een geprofileerd beloop in de linker travee. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met geprofileerde dagkanten. Op de begane grond rusten de lekdrempels op trigliefconsoles met diamantkop. De bovenbouw wordt geaccentueerd door geriemde vensteromlijstingen met entablement en gestrekte waterlijst, op de bel-etage met balustrades, op de tweede verdieping met bijkomende oren, stucsleutels in het risaliet en casementen in de borstwering van de zijtraveeën. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst, gekornist op uitgelengde voluutconsoles in het risaliet. Originele smeedijzeren souterraintralies en gietijzeren voetschraper; vernieuwd schrijnwerk.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/327178 (geraadpleegd op ).
Herenhuis van vier traveeën en drie bouwlagen in neoclassicistische stijl, uit tweede helft 19de eeuw. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met enkelhuisopstand. Arduinen plint, geblokte begane grond, bovenverdiepingen met imitatievoegen, brede puilijst met centraal balkon op zware bewerkte consoles, doorlopende balustrade, lekdrempels en kordons, gekorniste kroonlijst met tandlijst op klossen en consoles (middentravee). Rechthoekige vensters, op bovenverdiepingen in geriemde omlijsting, oren en gestrekte waterlijst, op derde verdieping twee deurvensters bekroond met driehoekig fronton op consooltjes, middenvensters op derde bouwlaag met bewerkte sleutel. Rechthoekige vleugeldeur met waaier in geprofileerde rondboogomlijsting.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6581 (geraadpleegd op ).