Teksten van Meergezinswoning Vaes

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6598

Burgerhuis Vaes (herinventarisatie 2016) ()

Meergezinswoning in sobere art-decostijl naar ontwerp van Florent Vaes uit 1933. De opdrachtgever was Louis Vaes, wellicht familie van de architect. Nog tijdens de bouw van de woning werden aanzienlijke wijzigingen in het ontwerp aangebracht, waarvoor de bouwheer in juni 1933 de nodige vergunningen werden verleend. Oorspronkelijk bedoeld als burgerhuis voor één gezin, werden de plannen gewijzigd, waardoor de woning bestaat uit twee wooneenheden. In hetzelfde jaar ontwierp Vaes de aanpalende woning met huisnummer 89.

Architect Vaes, die vóór de Eerste Wereldoorlog een aantal jaren succesvol geassocieerd was met zijn schoonbroer Joan Coninck Westenberg, bouwde tijdens het interbellum een zelfstandige loopbaan uit in dienst van de betere kringen. In deze periode ontwierp hij appartementsgebouwen van hoge standing in art-decostijl, waarvan de "Résidence du Centenaire" op de hoek van de Koninklijkelaan en de Elisabethlaan in Berchem tot de meest imposante en luxueuze behoorde. De woning in de Camille Huysmanslaan sluit aan bij het ontwerp uit 1934 getekend door Vaes in samenwerking met Georges Maes voor een appartementsgebouw in de Mertens en Torfsstraat, in sobere art deco.

De onderkelderde rijwoning met toegang aan de linkerzijde is ontworpen als een ondiepe, drie bouwlagen hoge en drie traveeën brede voorbouw onder plat dak met achteraan een lage gevelbrede uitsprong met terras. De achterbouw werd nog tijdens de oprichting verhoogd met twee verdiepingen, waardoor het grote terras verviel.

De lijstgevel heeft een parement in bruine bezande baksteen in halfsteens verband met Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen – onder een smalle natuurstenen daklijst. De bovenbouw rust op een als sokkel opgevatte begane grond, bekleed met blauwe hardsteen. Sokkel en bovenbouw kregen een totaal andere benadering, echter allebei met subtiele, overdachte horizontale belijning. Vaes slaagt erin om de drie traveeën op elke bouwlaag evenwichtig te verbinden door middel van een dynamisch horizontaal streven. Dit komt tot uiting in de hardstenen puilijst die het bovenlicht van de inkom en de bovenhelft van het benedenvenster op één lijn plaatst, en daarboven in de oorspronkelijk doorlopende roedeverdeling en onderdorpels van de (guillotine)ramen, die de centrale kleine, verdiepte vensters in de smalle middentravee aflijnen. Deze kleine vensters zijn plastisch benadrukt door uitkragende, afgeronde en belijnde posten met, volgens de ontwerptekening, een bekronend kepermotief in witte natuursteen, dat uitgevoerd werd als gestileerde waaier. Dit witstenen accent wordt herhaald in de flankerende vensterposten. Doordat bij de vervanging van het oorspronkelijke schrijnwerk, uitgevoerd in staal of hout, de structurerende roedeverdeling van de bovenbouw niet hernomen is, ging de ritmische indeling van de voorgevel gedeeltelijk teniet.

Op de begane grond zorgt de opsplitsing van deur en venster door de hardstenen puilijst voor een bijzondere vormgeving. De toegangsdeur met bovenlicht is geflankeerd door een hoog geplaatst groot venster.

De hardstenen sokkel omvat de omlijsting van het inkomportaal, net als het kelderlicht verfraaid met decoratief ijzersmeedwerk (toegangsdeur en zijlicht). De vensterpartijen waren uitgerust met opendraaiende zijlichten, waarbij op de begane grond een traditionalistische kleinroedeverdeling (glas in lood) is voorzien. Op de begane grond is bij de vernieuwing van het schrijnwerk opnieuw een kleinroedeverdeling gebruikt, zij het in hout in plaats van het oorspronkelijke glas en lood. Het kepermotief boven het inkomportaal is behouden, maar de toegangsdeur is vervangen.

In overeenstemming met de façade krijgt de achtergevel een verzorgde vormgeving, in de bovenbouw opnieuw opgebouwd rond een smalle middentravee met decoratieve vensters. Het zwaartepunt ligt op de eerste verdieping, waar deze centrale vensters geflankeerd zijn door halfrond bekroonde vensters met benadrukte sluitsteen uitgevend op een gevelbreed terras. Op de begane grond, afwijkend in vier traveeën ingedeeld, geven drie traditionalistisch vormgegeven vensterdeuren uit op het terras met vijver; in de linker travee een eenvoudig rechthoekig venster.

Volgens de bouwplannen zijn de verschillende niveaus toegankelijk vanuit een traphal in de inkomtravee. Bij de indeling van woon- en slaapvertrekken is gekozen voor een eigentijdse indeling. De keuken is samen met een kleedplaats en wc aan straatzijde geplaatst waardoor aan de tuinzijde ruimte ontstond voor een gevelbrede woonkamer met betegelde schouwmantel. Deze ruime kamer geeft uit op een terras, centraal aansluitend op een rechthoekige vijver (vischkom) die een belangrijke plaats inneemt in de kleine stadstuin.

Het souterrain herbergt aan de straatzijde een kolenkelder en provisieruimte met tussenliggende septische put, terwijl achteraan een gevelbrede waskelder is ingericht.

In de uitgevoerde, aangepaste bouwtoelating werd het oorspronkelijke, bescheiden programma van de bovenbouw opgegeven in functie van een groter woonvolume. Oorspronkelijk tekende Vaes één slaapkamer met en suite badkamer en terras op de eerste verdieping, en een studio op het bovenste niveau. De nieuwe indeling is veel klassieker, met op de eerste verdieping drie kamers en een achterliggende keuken, wat deze verdieping een aparte wooneenheid maakt. De slaapvertrekken horend bij het appartement op de begane grond zijn naar het bovenste niveau overgebracht, ingedeeld met drie (slaap)kamers, waarvan één grote met en suite badkamer aan de straatzijde.

  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1933#43639 en 1933#44183.
  • VAN DEN BORNE S 2016: Terreinbezoek Camille Huysmanslaan 91 (Antwerpen) (terreinbezoek op 09 oktober 2016).

Auteurs:  Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning Vaes [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194327 (geraadpleegd op ).


Rijhuis ()

Rijhuis in nieuwe zakelijkheid, van rond 1935. Markante onderbouw met natuurstenen parement en puilijst die het bovenlicht van de inkom en de bovenhelft van het benedenvenster op één lijn plaatst. Bakstenen bovenbouw met grote, vrijwel vierkante vensters; de tussenliggende muurdam met kleine verdiepte vensters in zware natuurstenen omlijsting met banddecoratie.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Meergezinswoning Vaes [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6598 (geraadpleegd op ).