Teksten van Meergezinswoning en architectenwoning René Grosemans

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6602

Meergezinswoning en eigen woning Grosemans (herinventarisatie 2016) ()

Aaneensluitende meergezinswoningen in modernistische stijl naar ontwerp van architect J.-L. René Grosemans. In het rechter pand (nummer 110) richt Grosemans zijn bureau en eigen woning in, naar ontwerp uit 1934. De aanpalende gekoppelde appartementswoningen zijn een jaar later ontworpen in opdracht van het echtpaar Georgius en Emma Callens-Stasse. Eén van deze appartementen was omstreeks 1937 wellicht bewoond door de opdrachtgevers.

Voor de bouw van nummer 110 is een kapelletje afgebroken, dat zich gedeeltelijk op het perceel bevond en in gebruik was door het Tusschengemeentelijk Werkloozenfonds. De metaalwerken zijn uitgevoerd door de Antwerpse firma Galler en het houten vensterschrijnwerk door G. Mylle, gevestigd Avenue de la Reine te Brussel. Grosemans verplaatst zijn bureau omstreeks 1953-1954 naar de Bextraat, waarna de woning in gebruik komt als dokterspraktijk. In 1974 is het pand naar ontwerp van architect Arie Landwaard omgevormd tot optiekwinkel waarbij de bovenbouw heringericht is als eengezinswoning. Omstreeks 2005-2006 liet architect Tom De Maeyer het pand verbouwen tot zijn woning en bureau, naar eigen ontwerp.

De sobere stijluitdrukking, die het midden houdt tussen zakelijke art deco en functioneel modernisme, maakte Grosemans zich eigen in de loop van de jaren 1930 en is gangbaar tijdens het interbellum in de Tentoonstellingswijk. In 1935 ontwierp hij aan de overzijde van de Camille Huysmanslaan het modernistisch appartementsgebouw Reypens-Voets en de woning Stasse aan de Vlaamsekunstlaan 35.

Beide meergezinswoningen hebben geen uniforme opbouw: nummers 112-114 zijn ontworpen als hogere volumes dan het aanpalende nummer 110 en beide entiteiten krijgen een onafhankelijke gevelindeling. Toch is een vergelijkbare basisopbouw te herkennen. Gemeenschappelijk hierbij is de zakelijke gevelvormgeving beide uitgevoerd met een parement in gele baksteen (Belvédère) in halfsteens verband met Dudokvoeg - dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen - op een plint in blauwe hardsteen. De nadruk van de compositie ligt op het terugwijkende rechter gevelfront van nummer 112 dat de verbreding opvangt die de Camille Huysmanslaan hier maakt.

Camille Huysmanslaan 110

Exterieur

De meergezinswoning met architectenbureau telt drie bouwlagen onder platte bedaking met daktuin. De lijstgevel is driedelig van opbouw: een bovenbouw met gele parementsteen waaronder een pui in witte natuursteen - uitgevoerd in tegelverband – rustend op een hoge hardstenen plint.

Aan de linkerzijde is de begane grond opengewerkt voor een inkomportaal met zijlicht. In de rechtertravee is op de begane grond een breed rechthoekig venster voorzien. Op de verdiepingen is het baksteenparement ingedeeld met bandramen, waarbij het exemplaar op de eerste verdieping gedeeltelijk met beglaasde borstwering.

De gevel is verlevendigd door een gebroken belijning in blauwe hardsteen die op het gelijkvloers en de eerste verdieping, ter hoogte van de vensterdorpels, over de volledige gevelbreedte doorloopt en beneden de inkomdeur afzoomt. Blauwe hardsteen is ook gebruikt voor de onderdorpel en voor de ondersteunende klossen van het bandraam op de tweede verdieping. Het inkomportaal is verder benadrukt door een omlijsting en luifel in travertijn. Beton was voorzien voor de roosteringen van de gang, badkamer en keuken, terwijl de leef- en slaapkamers in hout zijn uitgevoerd. De achtergevel is uitgevoerd in gele baksteen en is op de verdiepingen uitgerust met balkons voorzien van metalen leuningen.

Alle vensters kregen rolluiken. De toegangsdeur en vensterschrijnwerk zijn voorzien in ijzer, maar zijn alle in hout zijn uitgevoerd. De houten voordeur met centraal verticaal licht en het recent gerestaureerd vensterschrijnwerk met geverniste schuiframen in teakhout, zijn bewaard gebleven. In 1974 is de pui sterk verbouwd waarbij het zijlicht is vervangen door een tweede toegangsdeur en het aanpalende venster is verbreed, beiden in aluminium (goud). In functie hiervan is de portaalomlijsting in travertijn en de gebroken kordonlijst in blauwe hardsteen deels weggebroken, waardoor de dynamische lijnvoering is verdwenen. Het aangetaste vensterschrijnwerk van de achtergevel is in 2006 vervangen in aluminium.

Interieur

Het geheel onderkelderde pand herbergde op het gelijkvloers het architectenbureau en de slaapkamers van architect Grosemans. Op de eerste verdieping zijn de woonvertrekken ingericht en daarboven een (huur)appartement. De indeling van de gevel in twee traveeën vertaalt zich in het interieur: in de rechtertravee zitten drie achter elkaar liggende rechthoekige woonruimtes, terwijl in de deurtravee links de circulatie en ontvangst- en bergruimtes een plaats kregen. De verschillende niveaus worden ontsloten vanuit een traphal met bordestrap onder plat licht in de linker deurtravee.

Het souterrain herbergt een reeks bergruimten, een wijnkelder en een toegang aan tuinzijde. Het gelijkvloers biedt ruimte aan een vestibuul, die voor de helft als wachtkamer wordt gebruikt en die naar de traphal leidt. Een smalle gang loopt vanuit de traphal door tot achterin de woning, toegang biedend tot een bergplaats voor rijwielen, een smalle kamer met trap naar de tuin en een badkamer. In de venstertravee vinden we aan straatzijde het (architecten)bureel, toegankelijk vanuit de vestibule. Dit laatste is middels een vast kastmeubel gescheiden van een achterliggende bergplaats. Aan tuinzijde bevindt zich een grote slaapkamer, verbonden met de badkamer.

Op de verdieping voorziet Grosemans zijn leefvertrekken met aan straatzijde een gevelbrede studio met aansluitende eetkamer, in enfilade met een ontbijtkamer aan tuinzijde. Deze laatste geeft uit op een terras met trap naar de tuin. In de linker travee, zit achter de traphal de keuken, die uitgeeft op een inpandige open koer, en gescheiden is van de ontbijtkamer door een vestiaire met wc.

Het bovenliggende appartement heeft een gelijkaardige indeling. In de linkertravee centraal het trappenhuis, met aan straatzijde een smalle kamer en aan tuinzijde de keuken. In de brede venstertravee rechts een enfilade van salon, eetkamer en slaapkamer.

Mogelijk is de structuurbepleistering in de traphal nog oorspronkelijk, net als de vloerbekleding met parket (visgraat) vooraan en laminaat of gele Winckelmanstegels (10x10 centimeter) in de natte zones / keuken. Verder zijn er nog bewaard: naar oud model aangepaste bakelieten lichtschakelaars, een marmeren schouwmantel in art deco, een oude verwarmingsbuis onder de schuiframen in de leefruimte en beglaasde binnendeuren. Tijdens de verbouwingswerken van 2005 zijn de badkamer en toilet wegens bouwfysische problemen weggebroken en is een lichtstraat aangebracht tussen de voormalige slaapkamer en ontbijtkamer. Verder zijn nieuwe, sobere keukens en badkamers ingebracht. Het dak is ontworpen als tuin en in recente tijden ingericht met houten plankenvloer (tropisch hout) en voorzien van overdekt salon.

Camille Huysmanslaan 112-114

Exterieur

Deze twee gekoppelde appartementsgebouwen zijn ontworpen als eenheidsbebouwing met quasi symmetrische gevelindeling, die vier traveeën breed en evenveel bouwlagen hoog is. De bovenbouw, die uitgevoerd is in gele parementbaksteen met zijdelingse smalle stroken, rust op een hoge sokkel in blauwe hardsteen die de lage begane grond inneemt. Aan rechterzijde ontwerpt Grosemans een terugwijkende, gevelhoge overgang, die kwarthol is uitgewerkt en benadrukt is door een hoger oplopende muurpenant in bruine gevelsteen. Deze ingreep is bedoeld om de op dit punt verspringende rooilijn optimaal te kunnen benutten.

Het complex is opgevat als bel-etagewoning met in de sokkel de toegangsportalen in de uiterste traveeën, centraal twee garagepoorten en tussenliggende hoge vensters die de fietsbergplaatsen verlichten. Het linker exemplaar is uitgevoerd als zijlicht van de toegangsdeur met vensterpost in bruine gevelsteen.

De bovenbouw is op iedere verdieping identiek ingedeeld met boven de toegangsdeuren telkens een tweelicht, en boven de garages een vensterregister uitgewerkt als bandraam waarvan de vensterposten in een contrasterende bruine gevelsteen. De borstwering van deze bandramen is ter hoogte van de halfronde terugsprong bekleed met contrasterende witte natuursteenplaten. Een horizontaal tegengewicht wordt geboden door een belijning in blauwe hardsteen voor de puilijst, de doorlopende vensterdorpels, die ter hoogte van de linker inkomtravee tot aan de scheidsmuur met nummer 116 lopen. Blauwe hardsteen is voorzien voor de dakrand, de afdekking van de muurpenant in bruine steen en de vensterdorpels. De achtergevels zijn functioneler uitgewerkt met flankerende keukenterrassen.

Het metalen smeedwerk van de rechter toegangsdeur en aanpalend venster van de fietsenberging zijn nog bewaard, terwijl dat van de linker deur en al het vensterschrijnwerk vervangen is. Ook de garagepoorten zijn vernieuwd en de dakrand is aangepast.

Interieur

Het deels onderkelderde complex van gekoppelde appartementswoningen met een min of meer gespiegeld grondplan is voorzien van centrale verwarming en herbergt afzonderlijke compteurs en twee verwarmingsketels: één voor elk appartementsgebouw.

De indeling beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, met op de begane grond de secundaire functies: de inkomportalen met achterliggende traphal zitten in de uiterste traveeën, geflankeerd door een bergplaats voor fietsen. In de brede centrale traveeën zitten de garages. Aan de achtergevel zijn provisiekelders voorzien.

Op de verdiepingen zijn telkens twee appartementen ingericht waarvan de plattegronden vergelijkbaar zijn met die van het aanpalend nummer 110. De plattegrond van elk gebouw is tweeledig opgebouwd, met een duidelijke scheiding van de traveeën, geïnspireerd op het 19de-eeuwse enkelhuismodel. In de uiterste, smallere deurtraveeën vinden we, achter elkaar liggend, een smalle voorkamer, de traphal en de keuken. De brede venstertraveeën bieden ruimte aan een enfilade van salon en eetkamer, waarachter aan tuinzijde een slaapkamer zit. Vanuit de traphal vertrekt een smalle gang, die tussen de twee traveeën doorloopt en zorgt voor de toegang tot alle kamers. Achteraan geeft de gang uit op een badkamer in een kleine uitbouw tegen de achtergevel. Hoewel gebouwd volgens hetzelfde stramien, zijn er kleine verschillen tussen de twee gebouwen. Voor wat betreft nummer 112 is er een gevelbrede woonkamer op de eerste en tweede verdieping en op de derde verdieping een slaapkamer in plaats van een eetkamer, onder een lanterneau met bijna vierkant grondplan.

Karakteristiek voor beide panden (nummers 110 en 112-114) is de dynamische interieurbeleving met halfrond afgewerkte elementen in de leefvertrekken, benadrukt door eenvoudig geprofileerd plafondstucwerk en doorlopende visgraatparketvloeren. Verder is ter hoogte van nummer 114 een gaaf bewaarde vestibule met beglaasde fietsenberging, gevlamde keramische tegels in geometrisch patroon en een houten trap in art deco bewaard.

  • Archief eigenaar.
  • Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 18#2699, 18#382, 3151#1 en 18#56944.
  • LOOSEN C. 2013: Verborgen moderniteit: een herwaardering van interbelluminterieurs in de Tentoonstellingswijk, Antwerpen, onuitgegeven verhandeling, Faculteit Monumenten- en Landschapszorg, Artesis Hogeschool Antwerpen, 176-189.
  • SERNEELS H. 1936: Un architecte de qualité Paul Smekens, Bâtir 5.44, 768.
  • VANDEKERCKHOVE F. 2002: De tentoonstellingswijk te Antwerpen, onuitgegeven verhandeling, Rijksuniversiteit Gent, Vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen, 123, 174-176.
  • VAN DEN BORNE S. 2016: Terreinbezoek Camille Huysmanslaan 110 (Antwerpen) (terreinbezoek op 21 oktober 2016).
  • VAN DEN BORNE S. 2016: Terreinbezoeken Camille Huysmanslaan 112-114 (Antwerpen) (terreinbezoeken op 20 oktober 2016).

Auteurs:  Van den Borne, Steven
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Van den Borne S. 2016: Meergezinswoning en architectenwoning René Grosemans [online], https://id.erfgoed.net/teksten/194099 (geraadpleegd op ).


Rijhuizen ()

Rijhuizen in nieuwe zakelijkheid naar ontwerp van René Grosemans, rond 1935. Lijstgevels van gele en rode baksteen en natuursteen. Verspringende gevelvlakken; rechthoekige metalen ramen; oorspronkelijke metalen deuren.

  • SERNEELS H. 1936: Un architecte de qualité Paul Smekens, Bâtir, 44, juli 1936, 768.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Meergezinswoning en architectenwoning René Grosemans [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6602 (geraadpleegd op ).