Teksten van Herenhuis in beaux-artsstijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6607

Herenhuis in beaux-artsstijl ()

Historiek en context

Herenhuis in beaux-artsstijl naar een ontwerp door de architecten Jan De Vroey en Charles Janssens uit 1908, als één geheel opgetrokken met twee flankerende winkelhuizen in neo-Vlaamserenaissance-stijl. Opdrachtgever was de houtkoopman Franciscus Herremans-Lafaille (Borgerhout, 1857-1909), die in december van 1909 zou overlijden, anderhalf jaar na het verkrijgen van de bouwvergunning. Eerder in 1908 had hij door De Vroey al een vandaag verdwenen houtzagerij in de Lange Zavelstraat laten bouwen. Vóór de winkelhuizen en het herenhuis, op de oude rooilijn van de Carnotstraat, werden in 1909 twee voorlopige winkelpaviljoenen waartussen een smeedijzeren hek opgericht, die verdwenen bij de verbreding van de straat vermoedelijk omstreeks 1930. Herenhuis en winkelhuizen werden kadastraal geregistreerd in 1910, samen met het nog bestaande koetshuis en paardenstal in neotraditionele stijl stijl achteraan op de binnenplaats. Dit laatste gebouw maakt vandaag deel uit van het eigendom Constitutiestraat 76. Van de gespiegelde winkelhuizen is enkel het rechter pendant bewaard, na sloop van het linker pendant voor een nieuwbouwflat in 1962.

Het huizencomplex Herremans behoort tot het vroege oeuvre van Jan De Vroey, die midden jaren 1890 zijn loopbaan aanvatte. In deze periode bediende hij zich voor zijn residentiële architectuur zowel van het conventionele neoclassicisme, het eclecticisme, als de art nouveau. Kort vóór de Eerste Wereldoorlog bracht De Vroey de neogotische Sint-Hubertuskerk te Berchem tot stand. Actief tot zijn overlijden in 1935, ontwierp hij tijdens het interbellum zowel in de klassieke beaux-artsstijl, als de meer eigentijdse art deco. Charles Janssens, wiens loopbaan al eind jaren 1880 van start ging, paste vóór de Eerste Wereldoorlog zowel een conventioneel neoclassicisme als een pittoreske neo-Vlaamserenaissance toe, de bouwstijl van één van zijn belangrijkste realisaties, het gemeentehuis van Edegem uit 1911. Samen met zijn zoon architect H. Janssens tekende hij in 1924 voor kantoorgebouw in beaux-artsstijl van de verzekeringsmaatschappij Securitas op het Kipdorp. Het bouwproject Herremans is het enige gekende gezamenlijke ontwerp van De Vroey en Janssens.

Architectuur

Herenhuis

Voorname rijwoning met enkelhuisopstand van vier traveeën en twee bouwlagen onder een mansardedak (leien). De lijstgevel, waarvan de compositie, het decor en smeedwerk zijn ontleend aan régencehotels uit het midden van de 18de eeuw, onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op het gedesaxeerde, tot in de bedaking doorgetrokken middenrisaliet, dat in kolossale orde wordt gemarkeerd door geblokte pilasters, een rondboognis met een geprofileerd en bewerkt, kwarthol beloop, en bekroond door een gebroken, gebogen fronton met dakvenster. De begane grond is volledig verbouwd, van de oorspronkelijke steekboogvensters en de omlijste rondboogpoort resten slechts de voluut- en cartouchesleutels. Op de bel-etage wordt het risaliet geaccentueerd door een geriemde vensteromlijsting met een rolwerkcartouche als sluitsteen en een golvend Frans balkon met smeedijzeren borstwering. In de flankerende traveeën steekboogvensters in een vlakke omlijsting met mascaronsleutel, in de linkerflank gekoppeld door een golvend balkon met voluutconsoles en smeedijzeren borstwering, in de rechterflank met een golvende lekdrempel op consoles. Een klassiek hoofdgestel met een getoogde architraaf, bewerkte casementen in de fries en een houten kroonlijst op voluutconsoles vormt de gevelbeëindiging. Cornucopia sieren het gebroken fronton, het dakvenster is gevat in een geriemde omlijsting met oren, een cartouchesleutel en een golvende lekdrempel op consoles.

Volgens de bouwplannen is de plattegrond georganiseerd rond de monumentale traphal met glaskoepel, centraal ingeplant over de volledige breedte van het hotel, aansluitend op de vestibule. Aan de straatzijde wordt de begane grond verder ingenomen door het salon en de spreekkamer. Aan de tuinzijde die doorloopt achter de flankerende winkelhuizen bevinden zich de eetkamer annex veranda met bovenlicht en overdekt terras, de vestiaire, office, toiletkamer en diensttrap, en de keuken met pomphuis. De eerste verdieping omvat aan weerszij van de traphal twee slaapkamers aan de straat en een slaapkamer annex badkamer aan de tuin. De tweede verdieping waarvan de indeling niet gekend is, wordt slechts ontsloten door de diensttrap.

Koetshuis

Langgerekt volume van zeven traveeën en twee bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de Constitutiestraat, leien). De zuidelijk georiënteerde hoofdgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit baksteen en witte natuursteen met speklagen. De eerste twee traveeën zijn als risaliet uitgewerkt, in de middenas geaccentueerd door een getrapt dakvenster. Een polygonale traptoren met leien spits en topstuk markeert de voorlaatste travee. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van kruiskozijnen (enkel en dubbel) en kloosterkozijnen, met negblokken en doorgetrokken waterlijsten. Bij een verbouwing in opdracht van E. De Jongh, uitgevoerd door de aannemer Marcel Torfs in 1931, werden de twee koetspoorten in de eerste traveeën aangepast, evenals de oorspronkelijke inkomdeur in de vijfde travee. Ook het interieur onderging structurele aanpassingen. De oorspronkelijke indeling van begane grond noch bovenverdieping zijn gekend. Van bij de bouw opgedeeld ter hoogte van het traptorentje, betrof het een koetshuis met paardenstal, vermoedelijk een dienstwoning en hooizolder.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1908#386, 1909#703 en 1931#39287.
  • Kadasterarchief Antwerpen, mutatieschetsen Antwerpen, Afdeling 8, 1910/20, artikel 2096.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203788 (geraadpleegd op ).


Herenhuis in beaux-artsstijl ()

Dubbelhuis van vier traveeën en twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak (leien); eclectische stijl met Franse rococo-inslag, te dateren eerste kwart 20ste eeuw. Lijstgevel met parement van witte natuursteen gemarkeerd door middenrisaliet met gebroken fronton. Licht getoogde vensters met rocaille decor en dito leuningen. Verbouwde begane grond.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Herenhuis in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6607 (geraadpleegd op ).