is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Appartementsgebouw in beaux-artstijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Complex in beaux-artsstijl gevormd door een appartementsgebouw dat 22 flats en een winkel met woonst omvat, en de achterliggende bioscoop en revuetheater “Majestic”, naar een ontwerp door de architect François Dens uit 1923, met een aangepast gevelontwerp uitgevoerd in 1924. Opdrachtgever was de Naamlooze Maatschappij “Gerex”, die ook de Coliseum aan de Meir uitbaatte, en in 1928 door Dens de Berchem-Palace aan de Grotesteenweg liet bouwen. Op het appartementsgebouw sluit in de lengte van het perceel de bioscoop- en theaterzaal aan. Van bij zijn ontstaan wisselde de “Majestic” filmvertoningen af met revuevoorstellingen. Na de Tweede Wereldoorlog deed de zaal dienst voor concerten en als thuishaven van het Koninklijk Jeugdtheater, tot 1967. Vervolgens vestigde de firma Veduko er een meubelzaak.
Het complex “Majestic” beantwoordt aan een gelijkaardig programma als het in 1921 gebouwde “Rubenspaleis” hogerop in de Carnotstraat. Beide behoren tot de vroege appartementsgebouwen die François Dens tijdens het interbellum tot stand bracht. De architect die actief was vanaf 1906 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Zoals zijn generatiegenoot Alfred Portielje legde Dens zich vanaf de jaren 1920 in het bijzonder toe op de ontwikkeling van de typologie van het standingvolle appartementsgebouw. Zijn realisaties op dat vlak evolueerden tijdens de jaren 1920 en 1930 in stijl van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme. Zoals het “Rubens Paleis” en het appartementsgebouw Du Bois in de Jezusstraat uit 1921 en de eigen woning van de architect aan de Mechelsesteenweg uit 1922, kenmerkt het complex “Majestic” zich door een mengeling van latente art-nouveau- en beaux-artsstijl, sterk geïnspireerd op de Parijse architectuur uit het voorgaande decennium.
Gebouw van vijf traveeën en zes bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De monumentale lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met een sober rankwerkdecor. Symmetrisch van opzet, beantwoordt de opstand aan een klassiek, drieledig schema, opgebouwd uit de pui met entresol, de bovenbouw in kolossale orde en de topgeleding opgevat als attiek. De pui met entresol is omstreeks 1970 volledig verbouwd: oorspronkelijk flankeerden twee brede korfbogen - het bioscoopportaal links en een winkelpui rechts - het centrale rondboogportaal van de appartementen, met een oculus als bovenlicht. De door pilasters geritmeerde bovenbouw wordt ter hoogte van de eerste verdieping gemarkeerd door een gevelbreed balkon met smeedijzeren borstwering. Oplopende bow-windows met drielichten markeren over de tweede tot vierde verdieping de brede zijtraveeën. Verder is de ordonnantie opgebouwd uit registers van brede vensters, op de tweede verdieping geaccentueerd door gebogen balkons met balustrade, hogerop door smeedijzeren borstweringen. De vierde verdieping is in de drie middentraveeën uitgewerkt als een korfboogloggia. Ter hoogte van de als attiek uitgewerkte en door pilasters geritmeerde topgeleding, gaan de bow-windows over in ingesnoerde, driezijdige erkers, verbonden door balkons met postamenten en een smeedijzeren borstwering in de middentraveeën. Bij deze topgeleding sluiten de dakvensters van de pseudo-attiek aan, rondbogig met een rankwerkcartouche als sluitsteen in de zijtraveeën, met een driehoekig fronton en een halfrond balkon op een console in de middentravee, alle met smeedijzeren borstwering. Discreet van karakter en volkomen geïntegreerd in de gevelopstand bestaat het decor uit rankwerk, guirlandes en chutes, met name op de basis en de bekroning van de bow-windows en op de pilasters van de topgeleding.
Bronzen gevelplaat onthuld op 1 februari 1953 met opschrift: "Hier woonden en werkten Willem Gijssels, dichter 1933-1945 - Lode Zielens, romanschrijver, 1935-1938".
Volgens de bouwplannen worden appartementen in de U-vormige voorbouw ontsloten door de centraal ingeplante inkom- en traphal met lift en diensttrap, en twee lichtkokers in de zijflanken. De eerste verdieping telt twee ruime appartementen van zeven vertrekken. Op de tweede tot de zesde verdieping nemen de twee grotere appartementen van vijf of zes vertrekken de straatzijde in, daar waar de twee kleinere van elk vier vertrekken zich situeren in de vleugels aan de binnenplaats tussen voorbouw en zaal. De functionele indeling van de flats valt niet uit de plattegronden af te leiden.
De oorspronkelijke theaterzaal uit 1924 bestond uit een grote vestibule met halfrond bovenlicht, een ruim foyer met bordestrap en op de bovenverdieping een gelagzaal met buffet, een bioscoopzaal met parterre, een hoefijzervormig balkon en amfitheater, die aansloot op de toneeltoren. Het auditorium in beaux-artsstijl met een ovaal in het gewelf, bovenlichten boven het balkon en een gedecoreerde toneelmond, werd beschermd door de nog bewaarde ijzeren dakspant met dakruiter. Verder bevonden de toiletten zich ter hoogte van de parterre en het balkon, en de vestiaire in de kelder, en waren personeelswoningen voorzien bij de toneeltoren.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Carnotstraat
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Appartementsgebouw Majestic [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6614 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.