Geheel gevormd door een burgerhuis en twee winkelhuizen en in neoclassicistische stijl, op de hoek van Van Geertstraat en Carnotstraat, volgens de bouwaanvraag uit 1906 opgetrokken in opdracht van de gezusters Van Luijten. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden.
Drie bouwlagen hoog onder een leien pseudo-mansarde, is het geheel samengesteld uit een burgerhuis van drie traveeën (Van Geertstraat 2A), een winkelhuis met afgeschuinde hoek van zes traveeën (Van Geertstraat 2) en een winkelhuis van drie traveeën (Carnotstraat 148). De oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevels rusten op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, beantwoorden de opstanden aan een regelmatig ordonnantiescheman, opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters. Axiaal symmetrisch van opzet, ligt de klemtoon telkens op de midden- of hoektravee. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging; houten dakkapellen met driehoekig fronton of gestrekte waterlijst en oeils de boeuf.
Het linker pand (Van Geertstraat 2A) beantwoordt aan het klassieke type burgerhuis met souterrain (verbouwd), ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. De begane grond wordt gemarkeerd door schijnvoegen en een meanderfries, de bel-etage door een centraal balkon op voluutconsoles en een doorgetrokken balustrade, de topgeleding door onderdorpels met guirlandes. Verder bovenvensters in geriemde omlijstingen met oren, drop en sluitsteen, op doorgetrokken lekdrempels; casementen met stafwerk en hoekconsoles in het hoofdgestel.
Het afgeschuinde hoekhuis (Van Geertstraat 2) is gedecapeerd, maar de oorspronkelijke winkelpui met pilasters en de omlijste privé-inkom bleven bewaard. De vier rechter traveeën onderscheiden zich op de bovenverdiepingen door kolossale lisenen, een doorgetrokken balustrade en gestrekte waterlijsten op de eerste verdieping en onderdorpels op de tweede. Balkons met voluutconsoles en balustrade en een driehoekig fronton leggen de klemtoon op de afgeschuinde hoektravee waarin het winkelportaal. De twee linker traveeën zijn vlak behandeld, met doorgetrokken lekdrempels.
Het rechter pand (Carnotstraat 148) rustte oorspronkelijk op een winkelpui met middenprotaal (verbouwd). Van de respectievelijk gevelbrede en individuele balkons met consoles zijn de balustrades verwijderd. Verder een geblokt middenrisaliet met een gekorniste kroonlijst op consoles, geriemde vensteromlijstingen met oren en drop, een driehoekig fronton of sluitstenen in de topgeleding.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1906#1141.