Pakhuis met paardenstal in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1896 opgetrokken in opdracht van Constant Taube. Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Vóór het pakhuis, dat 11m50 achter de rooilijn was ingeplant, liet Taube in 1901 een neoclassicistische rijwoning met kantoor en paardenstal en de afsluitmuur bouwen, door de aannemer Victor Merckx-Verellen. Beide werden samen met de aanpalende panden omstreeks 1988 gesloopt voor een kantoorgebouw.
Het pakhuis van vijf traveeën en drie bouwlagen is gelegen aan een gekasseide binnenplaats, aan de straat afgesloten door een bakstenen muur, waarin een inrijpoort met hardstenen schamppalen, overspannen door een ijzeren I-balk.
De lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk, verwerkt met witte natuursteen en blauwe hardsteen. Volkomen symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede, hoger opgetrokken middenrisaliet dat uitmondt in een puntgevel. De bouwplannen tonen een rijkere bekroning met door bolornamenten bekroonde topstukken. Het risaliet onderscheidt zich verder door een rondbogig spaarveld met vlakke lisenen in kolossale orde, een rechthoekige inrijpoort, steek- en rondbogige laadluiken, en een hijsbalk. Gemarkeerd door hoekpilasters, worden de zijtraveeën geopend door steekboogopeningen. Een bogenfries en een houten kroonlijst vormen de gevelbeëindiging.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1896#344, 1901#1386 en 1901#2071.