Winkel- en burgerhuis in second-empirestijl, nummer 6 gebouwd in opdracht van de ‘patissier-confiseur’ Jean Baptiste Vervliet naar een ontwerp door de architect A. Vos uit 1870, nummer 8 in opdracht van Franciscus Simons naar een ontwerp door de architect Guillaume L. Ricquier-Winckelmans uit 1868. De panden werden gesloopt voor een nieuwbouwflat omstreeks 1997.
Van A. Vos zijn in Antwerpen een kleine twintig nieuwbouwprojecten teruggevonden uit de jaren 1868 tot 1885, voor individuele of gehelen van burger- en winkelhuizen, zonder uitzondering in conventionele neoclassicistische stijl.
Van Guillaume L. Ricquier-Winckelmans zijn in Antwerpen een zeventigtal nieuwbouwprojecten teruggevonden uit de jaren 1865 tot 1884. Zijn ontwerpen voor burgerhuizen, vaak ensembles van gekoppelde woningen, evolueren van een rijk gedecoreerde second-empirestijl, naar een soberder neoclassicisme.
Rijwoningen van drie traveeën en drie bouwlagen onder een mansardedak, waarin een houten dakkapel met gebogen waterlijst. Bepleisterde en beschilderde lijstgevels met een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van getoogde muuropeningen in geriemde omlijsting, de bovenvensters met stucsleutels en gietijzeren parapetten. Een klassiek hoofdgestel met een houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.
Nummer 6. Van bij oorsprong had het pand een klassieke houten winkelpui met middenportaal, pilasters en een entablement op consoles, geflankeerd door de privé-inkom in de brede linker penant. De bovenbouw onderscheidt zich door ingediepte penanten en doorgetrokken imposten waarop de vensteromlijstingen neerkomen. Oorspronkelijk legde een balkon met consoles en ijzeren borstwering de klemtoon op de middentravee van de eerste verdieping; typische rozetten en ingekerfde ranken op de basis van de middenpenanten. Schildjes onder de consoles van het hoofdgestel dragen de initialen “JBVV” van banketbakker Jean Baptiste Vervliet. Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld op de linker penant werd geplaatst in 1926. Verbouwde winkelpui.
Nummer 8. De enkelhuisopstand met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en doorgetrokken lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middentravee. Deze laatste is in de bovenbouw uitgewerkt als risaliet, gemarkeerd door gecanneleerde pilasters, een balkon met voluutconsoles en balustrade op de eerste verdieping, een guirlande op de borstwering van de tweede verdieping, en een gebroken gebogen fronton als bekroning.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1870#184 en 1926#24135 (nummer 6), 1868#413 (nummer 8).