Burgerhuis in art-nouveaustijl, volgens de bouwaanvraag uit 1907 opgetrokken in opdracht van Carolina Josephina Arts (°Antwerpen, 1860), echtgenote of weduwe van de diamantslijper Eduard Jongelinghs (°Antwerpen, 1857). Uit het bouwdossier vallen ontwerper noch aannemer af te leiden. Een publicatie in het tijdschrift Vers l’Art vermeldt Van der Val[c]k als architect. De in Tilburg gevestigde Jan van der Valk, was gehuwd met Sarah Ida Joannes Jongelinghs (Antwerpen, 1881-Tilburg, 1961), de dochter van bouwheer Carolina Josephina Jongelinghs.
De woning Jongelinghs behoort tot het vroege oeuvre van de in Rotterdam geboren Jan van der Valk, zoon van een distilleerder uit Delfshaven. Hij studeerde bij de architect Henri Evers, werkte vervolgens in dienst van de architect Jan Verheul, en vestigde zich in 1900 definitief te Tilburg. Begin jaren 1900 ontwierp hij meerdere villa's voor Tilburgse textielbaronnen, burgerhuizen en kantoren zowel in art nouveau als in traditionalistische stijl. Zijn belangrijkste realisatie uit deze periode is de in 1913 voltooide kerk Onze-Lieve-Vrouw van Goede Raad ook gekend als de Broekhovense kerk te Tilburg, een vroeg voorbeeld van expressionistische architectuur in Nederland.
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, omvat de rijwoning een souterrain en twee bouwlagen onder een pseudo-zadeldak. De manke puntgevel is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, dorpels, lateien, vensterposten, hoekblokken en een spuwer, en leien als dakbedekking. Asymmetrisch van opzet legt de compositie de klemtoon op de brede zijtravee, die over souterrain en ‘schoon verdiep’ wordt gemarkeerd door een tweezijdige erker. De geveltop, oorspronkelijk uitgevoerd in houten stijl- en regelwerk met beraping ontleend aan de cottagestijl, heeft vandaag een houten bebording. De opstand leunt links tegen een hoge schoorsteen aan, en plaatst het portaal in de rechter travee, ondergebracht in een hoge, onregelmatig gevormde nis met kraagsteen. Het gevernist houten schrijnwerk van de inkomdeur is bewaard, inclusief het glas-in-lood-bovenlicht; het vensterschrijnwerk oorspronkelijk met gelijkaardige bovenlichten is vernieuwd.
In het bouwdossier ontbreken de plattegronden van de woning, die uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1907#895.
- S.N. 1909: Maison située rue Cobden à Anvers, Vers l’Art 4.6, 33.
- Informatie Marcel Windey (januari 2017).