is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Slagerij in art-nouveaustijl
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Beenhouwerij
Deze vaststelling was geldig van tot
Slagerij in art-nouveaustijl gebouwd in opdracht van de slager Julien Verbeke, naar een ontwerp door de architect Gentil Verbeke uit 1905. Volgens een vandaag verdwenen opschrift was de voormalige "Runds- en varkensbeenhouwerij" in bedrijf vanaf 1906.
Gentil Verbeke, geboren in Vichte en opgeleid aan de Koninklijke Academie van Antwerpen, ontwierp in de jaren 1904 tot 1908 op jonge leeftijd een beperkt aantal nieuwbouwprojecten in Antwerpen. Het gaat om woningen en winkelpanden in eclectische en art-nouveaustijl, voornamelijk in Berchem. Daaronder het pand Vredestraat 154-156 uit 1905, gebouwd in opdracht van zijn oudere broer, de aannemer Jules Verbeke. Gentil Verbeke emigreerde in 1906 naar Verenigde Staten, werkte voor architectenbureaus in Minnesota en Indiana, en was tussendoor in 1908 kortstondig terug actief in Antwerpen. Hij verhuisde in 1910 naar Montreal in Canada, en aanvaardde in 1913 een aanstelling aan de universiteit van Saskatchewan in Saskatoon, waar hij na de Eerste Wereldoorlog ook een eigen architectenpraktijk uitbouwde.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde met dakkapellen. De lijstgevel heeft een parement uit roomkleurige Silezische brikken, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint, kordonvormende lekdrempels, speklagen en waterlijsten. Gemarkeerd door hoekpilasters, zijn de bovenverdiepingen opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters met waterlijst en verdiepte borstwering. Opmerkelijk zijn de publicitaire sgraffitopanelen met in het midden een varkenskop, links en rechts geflankeerd door slagersmessen; het opschrift boven de pui en de panelen onder de kroonlijst zijn verdwenen. Van de winkelpui is de hoofdstructuur met houten pilasters en entablement bewaard, maar het oorspronkelijke art-nouveau-schrijnwerk verdwenen. Het schrijnwerk van de bovenvensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard; de houten kroonlijst heeft een kunststofbekleding.
Het gebouw bestaat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol, ontsloten door de zijdelings ingeplante traphal. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)