Burgerhuis in second-empirestijl gebouwd in opdracht van de kleermaker Th. De Vooght, naar een ontwerp door Jean-Jacques Winders uit 1871. Hogerop in de Consciencestraat 34 en op een aanpalend perceel in de Antoon Van Dyckstraat 69, bouwde de architect in 1873 voor de weduwe Hendrickx en Ed. Hendrickx twee meer bescheiden burgerhuizen en een koetshuis, met dezelfde stijlkenmerken. Het hotel De Vooght is omstreeks 1985 gesloopt voor een nieuwbouwflat, en ook de hotels Hendrickx zijn gesloopt of herbouwd.
Het hotel De Vooght en het gelijktijdig gerealiseerde hotel Vercauteren in de Hofstraat, behoren met het Entrepôt Steenackers uit 1873 in de Sanderusstraat, en de tabaksfabriek M. Pauwels uit 1875 in de Wijngaardstraat, tot de vroegst gekende realisaties van Jean-Jacques Winders, wiens carrière vermoedelijk omstreeks 1870 van start was gegaan. Op 24-jarige leeftijd won hij in 1873 met een neobarokke compositie de architectuurwedstrijd voor het monument “Schelde Vrij” op de Marnixplaats. Zes jaar later behaalde de architect met Frans Van Dijk de gedeelde eerste prijs in de architectuurwedstrijd voor het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten op de Leopold de Waelplaats. Winders, die aanvankelijk een klassiek eclectisch idioom hanteerde, profileerde zich naar het einde van de jaren 1870 als één van de boegbeelden van de neo-Vlaamserenaissance in Antwerpen, met name door zijn eigen woning “De Passer” uit 1882-1885 in de Tolstraat.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel, met een plastisch stucdecor en een geblokte begane grond, rust op een hoge plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, legt de compositie de klemtoon op de middentravee. Deze wordt op de bel-etage gemarkeerd door een gebroken gebogen fronton en een balkon met balustrade, beide op zware voluutconsoles. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen. De inkomdeur met een cartouche op het middenkalf in de linker travee en de benedenvensters onderscheiden zich door rijk bewerkte sluitstenen, rankwerk op de lateien en waterlijsten op doorgetrokken imposten. Met uitzondering van de middentravee zijn de bovenverdiepingen soberder van decor, zij het met bewerkte dagkanten, dezelfde waterlijsten en imposten, en bewerkte onderdorpels. Het middenvenster van de tweede verdieping wordt geaccentueerd door een bewerkte voluutsleutel en flankerende metopen op de penanten. De sluitstenen van de inkomdeur en het fronton dragen de initiaal “D” van bouwheer De Vooght. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, met geblokte casementen in de fries en een oorspronkelijk houten kroon- en tandlijst op voluutconsoles. Smeedijzeren souterraintralies.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2020: Burgerhuis in second-empirestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/327179 (geraadpleegd op ).
Burgerhuis van drie traveeën en drie bouwlagen in neoclassicistische stijl van circa 1885. Bepleisterde, beschilderde lijstgevel op sokkel van arduin. Markant centraal balkon. Plastisch stucwerkdecor voor de muuropeningen van de begane grond en de middentravee. Inmiddels gesloopt.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in second-empirestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6645 (geraadpleegd op ).