Meergezinswoning met latente art-nouveau-inslag gebouwd in opdracht van Alex Hermans, door de in Mortsel gevestigde aannemer Alfons De Ryck.
Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor speklagen waterlijsten, sluitstenen en de erkerconsole, blauwe hardsteen voor de plint en kunstleien als dakbedekking. Asymmetrisch van opzet, en geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, legt de compositie van de bovenbouw de klemtoon op de brede zijtravee. Deze wordt op de eerste verdieping gemarkeerd door een driezijdige houten erker met afdak, waarop een balkon met smeedijzeren borstwering aansluiten. Een gebogen luifel uit smeedijzer en glas beschermt het steekboogvenster van de tweede verdieping. Verder bestaat de ordonnantie uit rondboogopeningen met diamantkopsleutel. Het typische houten schrijnwerk van de inkomdeur, de vensters met typische roeden, de kroonlijst en de dakkapel zijn bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralies en de gietijzeren voetschraper.
Volgens de bouwplannen van 1924 bestaat het gebouw uit drie huurkwartieren, ontsloten door de gemeenschappelijke inkom- en traphal. De plattegrond van de woningen omvat een enfilade van salon, eetkamer en veranda met keuken, pomphuis en wc, en een extra 'cabinet' op de bovenverdiepingen. Het dakniveau herbergt drie mansardekamers.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1924#18517.