Burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Henri Dubois, naar een ontwerp door de architect Edward Van Not uit 1907. Het betrof de verbouwing van een bestaande woning die een extra verdieping en een nieuwe voorgevel kreeg.
Het ontwerp is representatief voor het vroege oeuvre van Edward Van Not, wiens loopbaan kort na de eeuwwisseling van start ging. Vóór de Eerste Wereldoorlog ontwierp hij tientallen van dergelijke burgerhuizen in Antwerpen, een groot aantal in dienst van de Algemeene Bouwmaatschappij, waarbij het stijlenjargon varieerde van neo-Vlaamserenaissance, beaux-arts en cottage tot art nouveau. Vanaf het interbellum tot zijn overlijden, combineerde Van Not zijn privé-praktijk met het ambt van gemeentelijk architect in Deurne.
Rijwoning van drie traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit witte natuursteen, met een decor ontleend aan de Lodewijk XIV- en régencestijl, op een sterk geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Nadrukkelijk horizontaal geleed door waterlijsten en cordonvormende lekdrempels, beantwoordt de opstand aan een axiaal-symmetrisch compositieschema. Een ingesnoerde bow-window met een gebuikte basis, mascaronsleutel en smeedijzeren balkonbekroning, overgaand in een frontispice met een gebogen waterlijst op voluten, legt de klemtoon op de brede middentravee. De rondbogige koetspoort met schamppalen in de rechter travee, is gevat in een breed geprofileerde omlijsting met kwarthol beloop, een mascaronsleutel en vlechtwerk in de zwikken. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van op de begane grond rechthoekige en op de bovenverdiepingen getoogde vensters, gevat in geprofileerde omlijstingen met een kwarthol beloop, cartouchesleutel en waterlijst. De begane grond onderscheidt zich door rankwerkmedaillons op de borstwering, de bel-etage door balustraden en de tweede verdieping door lekdrempelconsoles. Een klassiek hoofdgestel met spiegels in de fries en een houten kroonlijst op hoekconsoles vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de koetspoort en de vensters is bewaard, evenals en smeedijzeren souterraintralies en de gietijzeren voetschraper.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1907#700.