Burgerhuis in art-nouveaustijl met magazijn en paardenstal op de binnenplaats, gebouwd naar ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1911. Opdrachtgever was Eugène De Reydt, die door De Weerdt in 1906 en 1907 al woningen had laten bouwen in de Uitbreidingsstraat en de Lange Lobroekstraat, en in 1910 een geheel van drie woningen op de onpare hoek van De Marbaixstraat en Ceulemansstraat.
Jacques De Weerdt realiseerde alleen al in de De Marbaixstraat vermoedelijk zestien individuele bouwprojecten, waarvan drie voor eigen rekening, goed voor in totaal vierentwintig panden. In hetzelfde bouwblok leverde hij ook meerdere ontwerpen voor percelen aan de Lange Lobroekstraat. De woning De Reydt is representatief voor het oeuvre van De Weerdt uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde de architect alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, overwegend in art-nouveau- of neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Deze architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, op een geblokte plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt op de bel-etage gemarkeerd door een driezijdig balkon met consoles en een smeedijzeren borstwering tussen gesloten postamenten. Het werd oorspronkelijk beschermd door een halfronde luifel uit ijzer in glas in de vorm van een loggia. Vervlochten lijstwerklisenen met een guirlandemedaillon en strik als bekroning markeren in kolossale orde de zijpenanten. Verder beantwoordt de opstand aan een regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van achtereenvolgens hoefijzer-, korf- en rondboogopeningen (inrijpoort, inkomdeur en vensters) met waterlijsten en individuele lekdrempels. Het art-nouveau-karakter berust op de profilering, lijnvoering en vormgeving van de waterlijsten, consoles, gebogen lekdrempels met spuwers en het smeedwerk in zweepslagstijl. Een houten kroonlijst op klossen en gekoppelde, uitgelengde consoles vormt de gevelbeëindiging; centrale houten dakkapel met driehoekig fronton tussen zinken oeil-de-boeufs. Van het houten schrijnwerk is enkel de inkomdeur met siersmeedwerk bewaard. De kleurrijke tegelpanelen op de borstweringen zijn een recente toevoeging.
Volgens de bouwplannen bestaat de begane grond van de woning uit een enfilade van salon, eetkamer en veranda, geflankeerd door inkom- en traphal waarop de keuken annex pomphuis en wc aansluit, en parallel hiermee door de doorgang naar de achterliggende bedrijfsgebouwen. De eerste verdieping groepeert vijf kamers rond de traphal, de plattegronden van de hogere verdiepingen ontbreken in het bouwdossier. Bij de woning sluiten een dienstwoning en de paardenstal met twee boxen aan, en achteraan op het perceel bevindt zich een L-vormig pakhuis.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Burgerhuis met paardenstal en magazijn [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313171 (geraadpleegd op ).
Woonhuis met magazijn en voormalige paardenstal in art-nouveaustijl naar ontwerp van J. De Weerdt, van 1911.
Dubbelhuis van drie brede traveeën en drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak (kunstleien) met dakkapel en oeils de boeuf. Lijstgevel met parement van witte natuursteen. Centraal driezijdig balkon met volle zijleuningen en opengewerkte ijzeren leuning vooraan. Verticaliserend lijnenspel uitmondend in florale sculptuur als aanzet voor de typische gekoppelde consoles die over de kroonlijst heen grijpen. Diverse boogvormen der muuropeningen met aansluitende waterlijst; originele roedeverdeling.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis met paardenstal en magazijn [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6704 (geraadpleegd op ).