erfgoedobject

Aannemerswoning Louis Masson-Thys

bouwkundig element
ID
6711
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6711

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Aannemerswoning Louis Masson-Thys
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek De Marbaixstraat
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

Aannemerswoning in art-nouveaustijl voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Louis Masson-Thys, naar een ontwerp door de architect Jacques De Weerdt uit 1912. Het project bestond verder uit de bedrijfsgebouwen van het aannemersbedrijf achteraan op het op het L-vormige perceel, dat doorliep achter de panden De Marbaixstraat 22 tot 32. Het betrof een dienst- of huurwoning, een paardenstal en een atelier met opslagruimte. Later in 1912 bouwde Masson ook nog een burgerhuis naar een ontwerp door De Weerdt op nummer 32 (verbouwd). In 1920 volgde een pakhuis met huurkwartieren op nummer 24 tot 30. Louis Masson (Antwerpen, 1873-Antwerpen, 1961), gehuwd met Louise Thys (°Schilde, 1883), was in Antwerpen als aannemer actief vanaf 1908 tot aan de Tweede Wereldoorlog.

Jacques De Weerdt realiseerde alleen al in de De Marbaixstraat vermoedelijk zestien individuele bouwprojecten, waarvan drie voor eigen rekening, goed voor in totaal vierentwintig panden. In hetzelfde bouwblok leverde hij ook meerdere ontwerpen voor percelen aan de Lange Lobroekstraat. De aannemerswoning Masson is representatief voor het oeuvre van De Weerdt uit de periode vanaf omstreeks 1905 tot aan de Eerste Wereldoorlog. In nauwelijks tien jaar tijd realiseerde de architect alleen al op het toenmalige grondgebied van de stad Antwerpen meer dan honderd panden, overwegend in art-nouveau- of neorococostijl, vaak van eenzelfde standaardtype. Deze architectuur is herkenbaar aan de voorkeur voor natuursteen als parement, de vloeiende lijnvoering, de plastische volumetrie en het sierlijke smeedijzer in zweepslagstijl. Begonnen als tekenaar in dienst van de Belgische Spoorwegen vóór de eeuwwisseling, liep zijn carrière tijdens de minder productieve jaren 1920 ten einde.

Rijhuis van drie traveeën en vier bouwlagen, oorspronkelijk onder een plat dak, later verhoogd met een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, op een geprofileerde en bewerkte plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door waterlijsten, beantwoordt de opstand aan een drieledig schema, opgebouwd uit de pui, de bel-etage en de bovenverdiepingen in kolossale orde. Axiaal-symmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op de middenas, die op de bel-etage wordt gemarkeerd door de een driezijdige erker met een console, colonnetten en een balkonbalustrade. Vervlochten lijstwerklisenen ritmeren de bovenste twee verdiepingen, waarvan de vensters zijn gevat in oplopende, geprofileerde vensteromlijstingen met kwarthol beloop, een gebogen waterlijst, achtereenvolgens balustraden en casementen of een guirlandemedaillon op de borstwering. De pui bestaat uit een inrijpoort, vensters en een inkomdeur die naar boven toe vernauwen. Verder regelmatig registers van rechthoekige bovenvensters en een korfbogig balkonvenster met mascaronsleutel en waterlijst. Het art-nouveau-karakter berust op de profilering, lijnvoering en vormgeving van de waterlijsten, sluitstenen, colonnetten, casementen en gebogen lekdrempels met spuwers. Een klassiek hoofdgestel met casementen in de fries en een houten kroon- en tandlijst vormt de gevelbeëindiging, onderbroken door de latere pseudo-mansarde. Van het oorspronkelijke houten schrijnwerk rest enkel de inrijpoort.

Volgens de bouwplannen bestaat de begane grond van de aannemerswoning uit een enfilade van salon, eetkamer en veranda, rechts geflankeerd door inkom- en traphal waarop de keuken annex wc aansluit, en links door de doorgang naar de achterliggende bedrijfsgebouwen. De bovenverdiepingen bestaan telkens uit vijf kamers van verschillende oppervlakte. De aansluitende dienst- of huurwoning met dubbelopstand van vijf traveeën en twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde, biedt ruimte aan twee kamers per verdiep, met gelijkvloers een keuken. Het onderkelderde, L-vormige atelier van twee bouwlagen onder een geknikt zadeldak, incorporeert een kantoortje en een paardenstal van twee boxen op de begane grond.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1912#803 (nummer 20) en 1912#1614 (nummer 32).
  • VANHOVE B. 1978: De art nouveau-architectuur in het Antwerpse: een doorsnede, onuitgegeven verhandeling Rijksuniversiteit Gent, 95.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Aannemerswoning Louis Masson-Thys [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6711 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.