Historiek en context
Meergezinswoning in neorococostijl gebouwd in opdracht van L. Uyterhoeven, naar een ontwerp door de architect Jean-Laurent Hasse uit 1908. De aannemers Louis Marie Corneel Buisseret en Frans Verhoeven voerden de werken uit. Hasse bouwde ongeveer gelijktijdig ook de aanpalende woning Roca in art-nouveaustijl.
Jean-Laurent Hasse was actief was van 1875 tot zijn overlijden in 1925. Tijdens de eerste decennia van zijn loopbaan bouwde de architect een groot aantal voorname burgerhuizen in eclectische en neo-Vlaamserenaissance-stijl in Antwerpen waaronder zijn eigen woning in de Osystraat. Vanaf de jaren 1900 verplaatste het zwaartepunt van zijn activiteiten zich naar architectuur voor de industrie, zoals de kantoren en werkplaatsen van Bell Telephone Manufacturing Company in de Boudewijnsstraat waarvoor hij al in 1882 de eerste gebouwen ontwierp, de Compagnie Générale des Tramways d’Anvers in de Grotehondstraat uit 1903, en het automerk Minerva waarvan de eerste fabriek in de toenmalige Warandestraat in 1904 tot stand kwam.
Architectuur
Met de gevelbreedte van twee ongelijke traveeën omvat de rijwoning met enkelhuisopstand drie bouwlagen onder een zadeldak (pannen). De bepleisterde en beschilderde lijstgevel die zich onderscheidt door een rijk uitgewerkt, aan de rococo ontleend stucdecor, rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en asymmetrisch van opzet, beantwoordt de opstand aan een tweeledig schema, opgebouwd uit de pui en de bovenbouw in kolossale orde. De compositie legt de klemtoon op het brede zijrisaliet in de linker travee, dat wordt gemarkeerd door bewerkte pilasters met een centraal rozet. Verder regelmatige registers van korf- en spiegelboogopeningen in geriemde omlijsting, de bovenvensters met een gestrekte of gebogen waterlijst, individuele lekdrempel en onderdorpel. Op de begane grond wordt het brede korfboogvenster geflankeerd door de spiegelboogdeur met rond bovenlicht, beide geaccentueerd een cartouchesleutel en rankwerk in de zwikken. In het risaliet heeft het deurvenster van de eerste verdieping een smeedijzeren borstwering tussen postamenten. Hogerop wordt het tweelicht van de tweede verdieping geaccentueerd door een licht gebogen profiel, een cartouche onder de lekdrempel en een schelp als bekroning. Het medaillon op de borstwering van de zijtravee draagt het monogram "UT" van bouwheer Uyterhoeven. Een klassiek hoofdgestel met rankwerk en rozetten in de fries en een gekorniste houten kroonlijst op modillons en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met typische roeden is bewaard, evenals de smeedijzeren keldertralie en fraaie waaier met floraal motief van het bovenlicht, en de gietijzeren voetschraper.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen beslaat de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer en veranda met bovenlicht de begane grond, in de achterbouw geflankeerd door de keuken annex pomphuis en wc. De eerste verdieping vormt een huurkwartier dat een voor- en achterkamer, een keuken annex pomphuis en wc omvat. Ook de tweede verdieping, mogelijk de slaapvertrekken van de benedenwoning, bestaat uit een voor- en achterkamer, met een extra kamertje en badkamer annex wc in de achterbouw.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1908#614.