Kantoorgebouw in eclectische stijl, volgens de bouwaanvraag uit 1905 voor eigen rekening opgetrokken door Gérard Verbraeck. Van deze landmeter en aannemer van openbare werken gevestigd in de Diepestraat, die zich toelegde op gewapend-betonconstructies, zijn in Antwerpen bouwprojecten teruggevonden uit de jaren 1900 tot 1909. Het pand in de Dijlestraat huisvestte zijn kantoren en omvatte oorspronkelijk een magazijn en stal voor drie paarden op de binnenplaats, die ook vandaag nog het volledige binnenterrein van het bouwblok beslaat. In 1911 liet de firma Joris & Slaedts, ‘fournisseurs de navires’ of ‘shiphandlers’ gespecialiseerd in rubber en asbest, tegen magazijn en stal een houten loods optrekken. In opdracht van de leder- en huidenhandel Van Genk, verbouwde de architect Joan Coninck Westenberg in 1929 de begane grond en eerste verdieping van het hoofdvolume, en voegde een nieuwe achterbouw toe. Van deze ingreep dateert ook het huidige inkomportaal in de rechter traveeën. Al in 1930 voerde de Amerika Natie een verbouwing uit aan de loods. Vandaag wordt het binnenplein ingenomen door een complex garageboxen.
Met een gevelbreedte van drie ongelijke traveeën omvat het gebouw drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een gelaagd parement uit breuksteen (grès de la Gileppe), witte natuursteen en blauwe hardsteen, eveneens gebruikt voor de plint, puilijst, lekdrempels, sluitstenen en de architraaf. Horizontaal geleed door de puilijst en cordonvormende lekdrempels, deelt de asymmetrische compositie de opstand verticaal op in een brede linker travee met de poortdoorgang, en een twee traveeën breed risaliet rechts daarvan. Het regelmatig ordonnantieschema is opgebouwd uit de oorspronkelijke steekboogpoort met diamantkopsleutel in de linker travee, en getoogde bovenvensters met sluitsteen, de borstwering van de tweede verdieping verrijkt met casementen. Het brede inkomportaal uit 1930, dat de oorspronkelijke steekboogdeur en -venster vervangt, is gevat tussen natuurstenen pilasters onder een gestrekte hardstenen waterlijst. Een klassiek hoofdgestel met een gekorniste houten kroonlijst op gekoppelde schoren vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van het inkomportaal en de vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper.
Sinds de verbouwing uit 1929 omvat de begane grond volgens de bouwplannen een inkom- en traphal, magazijnen en een vestiaire, en de eerste verdieping kantoren, een vergaderzaal, en een directiekantoor met wachtkamer.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1905#2139, 1911#879, 1929#32758 en 1930#37948.