erfgoedobject

Pakhuizen Fédération des Sociétés Cooperatives Belges

bouwkundig element
ID
6731
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6731

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Pakhuizen en kantoren in eclectische stijl naar een ontwerp door de architect Edmond Mathieu uit 1908. Opdrachtgever was de Fédération des Sociétés Coopératives Belges, een bedrijf met zetel in de Heyvaertstraat 63 in Sint-Jans-Molenbeek. De milieuvergunning uit 1909 gold een koffiebranderij en kaasmagazijn. Later was hier de voedingsproducent en -distributeur SAF gevestigd, die conserven, sauzen en specerijen leverde aan slagers en traiteurs.

Het complex bestaat uit een groot meerbeukig pakhuis aan de Dijlestraat, waarop geschrankt een langgerekt eenbeukig pakhuis met kantoren aansluit dat uitgeeft op de Rupelstraat. De bijhorende paardenstal van zes boxen met zadelkamer, remise en hooizolder, die op de noordelijke perceelsgrens van het terrein was ingeplant, is later gesloopt. Het betrof een vrijstaand gebouw in baksteenbouw van zes traveeën en één bouwlaag onder een zadeldak met laadvensters, geflankeerd door twee lage annexen. Beide pakhuizen zijn ingrijpend gerenoveerd tot lofts in combinatie met een nieuwbouwflat in de Rupelstraat, naar een ontwerp door OSQB Architecten- en ingenieursbureau uit 2007, voltooid in 2011.

Over Edmond Matthieu, een architect gevestigd in Borgerhout, is weinig bekend. In Antwerpen zijn bouwprojecten teruggevonden uit de jaren 1893 tot 1908. Zijn architectenwoning in neo-Vlaamserenaissance-stijl genaamd “Dit is in de Passer” in de Sint-Mattheusstraat, dateert van 1900.

Architectuur

Pakhuis Dijlestraat

Het gebouw op een rechthoekige plattegrond van vier bij zes traveeën, omvat een souterrain en vier bouwlagen onder drie parallelle zadeldaken (nok parallel aan de Dijlestraat). De lijstgevel heeft een parement uit baksteenmetselwerk in kruisverband, in een combinatie van lichtrode papesteen en wijnrode klampsteen. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, puilijst en lekdrempels, witte natuursteen voor de kraagstenen en (pseudo-)steigergaten. Horizontaal geleed door de puilijst, bepalen spaarvelden met boogfriezen op kraagstenen en kolossale lisenen de traveeënindeling, geaccentueerd door het gebruik van klampsteen. De balkenlagen van de binnenstructuur zijn ter hoogte van de lisenen door ovale, stalen kruisankers verankerd aan de gevels. Rechthoekige tweelichten doorbreken de eerste drie traveeën, drielichten de bredere vierde travee, alle met individuele ontlastingsbogen en lekdrempels, maar doorlopende ijzeren I-lateien met rozetten. Een houten kroonlijst op klossen en tandlijst vormt de gevelbeëindiging. De zijgevel bekroond door drie gekoppelde puntgevels, en de achtergevel – oorspronkelijk met een laadbrug - zijn identiek wat materiaalgebruik, ordonnantie en verankering betreft. Oorspronkelijk werd het gebouw rechts geflankeerd door een afsluitmuur waarin een getoogde inrijpoort tussen pijlers.

Volgens de bouwplannen berust de oorspronkelijke structuur van het gebouw op troggewelven binnen ijzeren balkenlagen, in de drie linker traveeën opgevangen door twee rijen van vijf gietijzeren kolommen. De brede rechter travee afgezonderd door een scheimuur, huisvestte volgens de bouwplannen gelijkvloers de dienst verpakking en verzending.

Pakhuis Rupelstraat

Het langgerekte gebouw op een rechthoekige plattegrond van twee bij veertien traveeën, omvat drie bouwlagen onder een zadeldak (nok loodrecht op de Rupelstraat. De puntgevel met neo-Vlaamserenaissance-inslag heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, geaccentueerd door bruin en groen geglazuurde baksteen voor speklagen, ontlastingsbogen en boogvelden. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de plint, puilijst en lekdrempels, witte natuursteen voor sluit-, kraag- en gevelstenen, lateien, steigergaten en topstukken. Horizontaal geleed door de puilijst, worden de bovenverdiepingen gemarkeerd door een spaarveld met een boogfries en kolossale lisenen, beide op kraagstenen. Rondboogvensters met bewerkte onderdorpels, diamantkopimposten en -sleutels doorbreken de begane grond. De rechthoekige vensters met een latei op kraagstenen van de eerste en de steekboogvensters van de tweede verdieping hebben ontlastingsbogen met sluitstenen. De langgerekte gevelsteen op de borstwering draagt de bedrijfsnaam “FEDERATION DES SOCIETES COOPERATIVES BELGES". Gemarkeerd door een omlopende waterlijst, schouderstukken en voluten, en bekroond door drie overhoekse topstukken met bolornament, wordt de eenledige geveltop geopend door een rondboogvenster. Zijgevel in sobere baksteenbouw met een regelmatige vensterordonnantie. De doorgang naast het gebouw werd oorspronkelijk afgesloten door een steekboogpoortje.

Volgens de bouwplannen werd het gebouw ontsloten door twee dwars ingeplante traphallen over de volledige breedte. De begane grond huisvestte de conciërgeloge, een secretariaat met wachtkamer, een bibliotheek, publiciteitskantoor, stoffenmagazijn, verpakkingslokaal en sanitair, en de kelder wijn- en kaasmagazijnen.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, VI, Antwerpen, 1909, dossier 2.
  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1908#1015 en 3152#231.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pakhuizen Fédération des Sociétés Cooperatives Belges [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6731 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.