Deze drie neoclassicistische burgerhuizen werden in 1897 ontworpen door architect Jos. Bascourt voor de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Ook het hoekhuis met de Schorpioenstraat, en de drie aansluitende panden behoorden tot het ontwerp, dat een symmetrische ensemble vormde. De woningen in de Schorpioenstraat (23-29) zijn nu volledig vervlakt; van de oorspronkelijk opmerkelijke gevel van het hoekpand zijn enkel de drie zuiltjes van het balkon op de hoektravee bewaard.

De Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van Burgershuizen was opgericht in 1896 om de woningbouw op Zurenborg te organiseren. In samenwerking met een schare bekende architecten, die in Zurenborg hun sporen verdienden, zette de maatschappij de wijk architecturaal op de kaart. Daarvoor liet de bouwmaatschappij honderden woningen in eigen beheer uitvoeren, wat voor een hoge kwaliteit en interessante homogeniteit zorgde.

Jos Bascourt bouwde een belangrijk deel van zijn oeuvre in Zurenborg en profileerde zich in het Berchemse deel van de wijk vooral met opvallende panden in eclectische stijl en art nouveau. In de Dolfijnstraat, waar hij twee hoekensembles realiseert, kiest hij echter voor een meer klassieke, neoclassicistische stijl, echter met een gevelindeling die afwijkt van het conventionele, waarbij hij telkens de nadruk legt op een aparte vormgeving van het hoekpand, dat hier op de hoek met de Schorpioenstraat jammer genoeg is verdwenen.

Het hoekpand was geflankeerd door twee identieke, gespiegelde rijen van drie woningen met neoclassicistische lijstgevels, die in de Dolfijnstraat 66-70 goed zijn bewaard. De woningen tellen drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken. De centrale woning heeft een iets opvallender gevel door het gekoppelde tweelicht op de verdieping en is geflankeerd door twee eenvoudiger, identiek uitgewerkte panden. De ensemblewerking wordt gegarandeerd door de doorlopende belijning van de hardstenen plinten, houten kroonlijsten met klossen, de imitatievoegen en –bossage en twee banden die over het volledige ensemble doorliepen ter hoogte van de muuropeningen. Friezen onder de kroonlijsten met fijn neoklassiek stucwerk, namelijk schelpmotieven en ranken. Op de muurdammen tussen de bovenvensters van de zijdelingse huizen, ook fijne gestucte bloemenvazen. Rechthoekige muuropeningen in vlakke omlijstingen, grotendeels vervangen schrijnwerk.