Op de hoek van de Dolfijn- met de Tweelingenstraat ontwierp architect Edm. Van Waeterschoodt in 1897 een gevarieerd ensemble van een hoek- en drie rijhuizen in opdracht van de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier.
Deze maatschappij werd in 1886 opgericht om Zurenborg te ontwikkelen tot woonwijk voor de middenklasse en burgerij. De maatschappij bouwde voor eigen rekening tal van modelwoningen en -ensembles, in samenwerking met verschillende bouwmeesters. Op die manier hoopte de maatschappij de bouw van woningen door privé-investeerders aantrekkelijk te maken, door percelen aan te bieden in straten die al deels bebouwd waren. Ook was het duidelijk de bedoeling om aan te sturen op de keuze voor verzorgd uitgewerkte gevels.
Edm. Van Waeterschoodt tekende talrijke ensembles in Zurenborg voor de maatschappij. Hij ontwierp er vooral ensembles in neoclassicistische en in neo-Vlaamserenaissance-stijl. Hier echter combineert hij een opvallend hoekhuis in neogotische stijl met drie rijwoningen met contrasterende neoclassicistische lijstgevels.
Het neogotische hoekhuis (Dolfijnstraat 38) is een woning in rode baksteen onder een leien zadeldak. De woning heeft twee bouwlagen, een voorgevel in de Dolfijnstraat van één travee en een zijgevel in de Tweelingenstraat van vier traveeën.
De voorgevel is uitgewerkt als trapgevel, met op de begane grond een drielicht en een deur, samen in een natuurstenen kozijn gevat, en twee bovenvensters die samen in een Brugse travee zijn gevat. De geveltop is versierd met twee lange overhoekse pinakels en een ruitvormig zoldervenster in natuurstenen omlijsting.
De zijgevel, een lijstgevel met kroonlijst op klossen en een getrapt dakvenster, werd al in 1902 grondig aangepast, met het dichtmetselen van de vensters en een paar wijzigingen in venster- en deuropeningen. Deze vensteropeningen zijn afwisselend getoogd, spits- en rondbogig, met een natuurstenen middenkalf en doorlopende onderdorpels. Op de hoek is een Mariabeeld geplaatst, op sokkel en onder klein stenen baldakijn. Een rood bakstenen tuinmuur verbindt de hoekwoning met de rijhuizen in de Tweelingenstraat 2-4.
De in de Dolfijnstraat naastgelegen woning (36) telt twee bouwlagen en twee traveeën onder zadeldak. Ze sluit, ondanks de witgeschilderde en bepleisterde neoclassicistische lijstgevel, aan bij de vormgeving van het neogotische hoekhuis, door de vormgeving van de muuropeningen. Op de begane grond een rechthoekige deur en drielicht in natuurstenen kozijnen, boven smalle rondbogige vensters. De decoratie en afwerking van de gevel is dan weer typische neoclassicistisch, met onder meer de palmtak en de takkenbundel in de muurvelden boven de deur en venster, de brede imitatievoegen over de volledige gevel en de noppen die afgewisseld met trigliefen een fries vormen onder de kroonlijst.
De neoclassicistische burgerhuizen in de Tweelingenstraat 2-4 zijn klassieker in de keuze van vensteropeningen, met rechthoekige bij 4 en rondbogige en rechthoekige bij 2. Ze tellen eveneens twee traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken, en hebben bepleisterde en witgeschilderde lijstgevels op blauwe hardstenen plinten en met houten kroonlijsten op klossen. In beide huizen is het gelijkvloers versierd met imitatievoegen en is de verdieping voorzien van een rijke stucdecoratie, waarbij de bovenvensters onder een doorlopende geprofileerde band zijn gevat. Nummer 2 draagt onder de kroonlijst een fries met rocailles. Nummer 4, met een kroonlijst gedragen door kleine pilasters, is bekroond door twee muurvelden met maskers tussen plantenranken.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1897 # 1812, 1902 # 1864, 1902 # 2267.