Teksten van Magazijnen Alfred en Schmidt

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6749

Magazijnen Alfred en Schmidt ()

Historiek en context

Monumentaal complex van twee huidenpakhuizen in neotraditionele stijl op de hoek van Duboisstraat en Fuggerstraat, gebouwd in opdracht van Jacques-Ernest Osterrieth, naar een ontwerp door de architect Edmond Leclef uit 1880, voltooid in 1881. De gekoppelde magazijnen Alfred (nummer 50A) en Schmidt (nummer 48) maken deel uit van een ensemble van vier huidenpakhuizen, die de noordelijke helft innemen van het bouwblok gevormd door Duboisstraat, De Pretstraat, Fuggerstraat en Van Aerdtstraat. Zij werden in 1880 door Leclef ontworpen voor drie verschillende opdrachtgevers. De magazijnen Alfred en Schmidt en het aanpalende magazijn Paolo voor A. Ficq et fils kwamen gelijktijdig tot stand, het magazijn Ernest voor bouwheer Lammineur volgde als laatste. De in 1944 door een V-2 bominslag 'geteisterde' magazijnen Alfred en Schmidt - toen Colonies genaamd - kregen in 1947 een volledig nieuwe dakstructuur naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck, waarbij de oorspronkelijke topgevels en dakvensters werden gesloopt of ingekort. Opdrachtgever van deze ingreep was de Société Anonyme des Magasins et Entrepôts Réunis, die in 1910 en 1935 ook al kleinere verbouwingen had laten uitvoeren. Magazijn Ernest werd in 1951 in opdracht van het warenhuis Grand Bazar verbouwd door de architect René Grosemans. Magazijn Schmidt, onderging een renovatie tot kantoren met opslagruimte naar een ontwerp door META Architectuurbureau (Niklaas Deboutte) uit 2000, uitgevoerd in 2001-2002. De renovatie van magazijn Alfred tot kantoren, handelsruimte en drie duplexappartementen, naar een ontwerp door het architectenbureau Architectenassociatie Angst & D'hoore uit 2001, ging na het verkrijgen van de bouwvergunning najaar 2002 van start.

Jacques-Ernest Osterrieth (Frankfurt, 1826-Brasschaat, 1893) had zich in 1850 vanuit Frankfurt in Antwerpen gevestigd, waar hij in 1863 de leder- en huidenhandel van zijn overleden schoonvader en vennoot Christian Lemmé overnam, en in 1870 een eigen handelsfirma oprichtte genaamd E. Osterrieth & C°. Uit zijn derde huwelijk met Léonie Mols (Antwerpen, 1843-Antwerpen, 1918) in 1867, werden tussen 1868 en 1873 vier kinderen geboren. In 1874 verwierf het echtpaar het Osterriethhuis op de Meir, en in 1889 het domein Voshol in Brasschaat.

Edmond Leclef zette de succesvolle praktijk voort van zijn in 1878 overleden vader Heliodore Leclef. Met statige herenhuizen voor de hogere burgerij, drukten vader en zoon Leclef tijdens de jaren 1870 hun stempel op de Leien. Vermoedelijk actief tot zijn overlijden in 1902, evolueerde de architectuur van Edmond Leclef van een door de Lodewijk XVI-stijl geïmpregneerd neoclassicisme, in de jaren 1880 naar een kleurrijk eclecticisme met invloeden van de neo-Vlaamserenaissance-stijl. Leclef realiseerde in zijn loopbaan meerdere pakhuizen en natiegebouwen, met als vroegste het huidenpakhuis Fuhrmann uit 1871-1872 op de hoek van Italiëlei en van Boendalestraat.

Architectuur

Het imposante complex bestaat uit magazijn Schmidt (nummer 48), van hetzelfde type als het aanpalende magazijn Paolo, en het veel grotere magazijn Alfred (nummer 50) op de hoek van Duboisstraat en Fuggerstraat. Dit laatste beslaat vier vijfden van het perceel en wordt zijde Fuggerstraat geflankeerd door een poortgebouw. De gevelopstanden hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, verankerd door smeedijzeren sierankers. Blauwe hardsteen is gebruikt voor de hoge, ruw geboste plint, waterlijsten, speklagen, kruismonelen en tussendorpels. Vernieuwd schrijnwerk. De constructie berustte oorspronkelijk op een structuur van ijzeren roosteringen op gietijzeren kolommen, met bakstenen troggewelven op de onderste, en houten vloeren op de hogere verdiepingen.

Magazijn Schmidt omvat drie traveeën en drie bouwlagen oorspronkelijk onder een zadeldak (nok loodrecht op de straat). Van de trapgevel die oorspronkelijk acht treden telde, met schouderstukken en overhoekse topstukken, zijn de bovenste drie treden verwijderd. Axiaal-symmetrisch van opzet, is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van kruiskozijnen, en in de middenas lagere laadluiken met een gedeeld bovenlicht, geleed door omlopende waterlijsten. Vandaag rechthoekig, was de centrale poort oorspronkelijk rondboogvormig met een sluitsteen en imposten. De tweeledige geveltop is naar laatgotisch voorbeeld gevat binnen een spitsboogvormig, drielobbig ingebogen spaarveld. Een drielicht met centraal laadluik en een ronde oculus doorbreken het muurvlak.

De driebeukige plattegrond omvatte oorspronkelijk negen traveeën, met troggewelven op gietijzeren kolommen op de begane grond.

Magazijn Alfred met een gevelbreedte van dertien bij oorspronkelijk zes (vandaag acht traveeën), omvat drie bouwlagen oorspronkelijk onder onderling verbonden, parallelle schild- en zadeldaken. Het gevelfront zijde Duboisstraat beantwoordt aan een volkomen symmetrisch compositieschema, gemarkeerd door een vijf traveeën breed middenrisaliet. Dit laatste werd oorspronkelijk bekroond door een drieledige, getrapte geveltop van acht treden met schouderstukken en een kepervormig topstuk waarop een bolornament. De middenas van de zijflanken mondde uit in een tweeledige getrapt dakvenster van zeven treden met overhoekse topstukken. Van de geveltop en beide dakvensters is de eerste geleding met drielichten bewaard, ingemetseld in een extra bouwlaag. Geleed door de puilijst en een omlopende waterlijst, zijn begane grond en bovenverdiepingen opgebouwd uit regelmatige registers van steekboogopeningen met tussendorpel en ontlastingsboog, en laadluiken in de middenas. De gespiegelde ordonnantie van de pui, met een poort in de middenas en gekoppelde poorten in de zijflanken is grotendeels bewaard. De poorten in de tweede en zevende travee dateren van een verbouwing door ingenieur-architect Henry Alewaerts in 1935, de poorten in de elfde en twaalfde travee van een verbouwing door de architect René Grosemans in 1951. In de topgeleding van het middenrisaliet zijn drie gevelstenen ingewerkt afkomstig van de gesloopte geveltop: het familiewapen van Osterrieth dat het Lam Gods verbeeldt, en twee cartouches met de inscripties "MAGASIN" en "ALFRED".

De zijgevel zijde Fuggerstraat wordt eveneens geaccentueerd door een drie traveeën breed middenrisaliet, waarvan de geveltop echter volledig is gesloopt. Het betrof een eenledige trapgevel van negen treden met schouderstukken en een overhoeks topstuk, gevat in een spitsboogvormig, drielobbig ingebogen spaarveld, met een ronde oculus in de top. Van de oorspronkelijke ordonnantie resten de drie kolossale, oorspronkelijk rondbogige spaarvelden in de bovenbouw. Verder getraliede steekboogvenstertjes, in de bovenbouw vergroot of toegevoegd, deze van de topgeleding in 1910 door de aannemer Edouard Peeters. Het aanleunende, later opgehoogde poortgebouw onderscheidt zich door de oorspronkelijke trapgevel van vijf treden, met geprofileerde dekstenen. Een verdiepte steekboogpoort met diamantkopsleutel doorbreekt de middenas, waarboven een getrapt drielicht van lichtspleten.

Oorspronkelijk berustte de constructie op een rasterstructuur van dertien bij negen tot tien traveeën, gedragen door gietijzeren kolommen, die schuin aansloot op het gevelfront.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, VI, Antwerpen, 1881, dossier 849.
  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1880#1058, 18#23504 (1947), 86#418 en 86#8720914 (nummer 48), 86#10466 (nummer 50), 1910#341, 18#4150 (1935), 18#28522 (1951); vreemdelingendossier 481#7618.
  • DE FOSSÉ M. 2018: Understanding the architecture and technology of historical urban warehouses in Antwerp, Brussels and Ghent, onuitgegeven verhandeling Vrije Universiteit Brussel, 335-345.
  • FIERENS J. 1977: Antwerpse stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910 , onuitgegeven verhandeling Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw, Antwerpen, 89.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2017: Magazijnen Alfred en Schmidt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/203811 (geraadpleegd op ).


Magazijn Alfred en Schmidt ()

Monumentaal complex gelegen op hoek Fuggerstraat; dertien traveeën, heden vier bouwlagen en plat dak, samen met aanpalend pakhuis van drie traveeën naar ontwerp van E. Leclef, van 1880-81. De oorspronkelijke enorme trapgevel werd afgeknot, uitgebouwd en de daken afgeplat om een volwaardige bovenverdieping bij te maken.

Bakstenen lijstgevels op hoge breukstenen plint; gebruik van natuursteen voor puilijst, speklagen, onder- en tussendorpels, druiplijst en gevelstenen. Bovenbouw met uitgewerkte sierankers per verdieping en per travee. Oorspronkelijke centrale trapgevel afgelijnd door pilasters. Gevelsteen met afbeelding van het Lam Gods. Getoogde muuropeningen; rechthoekige poorten onder ijzeren I-balk in elfde en twaalfde travee. Inwendig: gemetselde troggewelven op gietijzeren kolommen en stenen vloeren.

  • Provinciaal Archief Antwerpen, VI, Antwerpen, 1881, dossier 849.
  • FIERENS J., Antwerpse stapelhuizen: een balans van 1850 tot 1910 , Eindwerk NHIBS, Antwerpen, 1977, p. 89.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Magazijnen Alfred en Schmidt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6749 (geraadpleegd op ).