Teksten van Lagere Jongensschool 6 en Lagere Meisjesschool 2

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6752

Lagere Jongensschool 6 en Lagere Meisjesschool 2 ()

Historiek en context

Scholengroep in neoclassicistische stijl op de hoek van Duinstraat en Lange Zavelstraat, opgetrokken door de Stad Antwerpen naar een ontwerp van stadsbouwmeester Frans Jacob Stoop uit 1859. De bouw werd op 27 mei 1859 bij openbare aanbesteding toegewezen aan de aannemer Joseph Van de Wouwer, voor een bedrag van 85.315,35 Belgische frank. Tegen 1 oktober 1860 dienden de werken te zijn voltooid. Aanvankelijk veertien traveeën breed, werd het complex in 1862 symmetrisch uitgebreid met de drie linker traveeën (hoek Lange Zavelstraat), onder leiding van inspecteur Charles Dujardin. Deze werken begroot op vier maanden, gingen op 12 mei 1862 bij openbare aanbesteding naar de aannemer G.F. Van Camp, voor een bedrag van 13.900 Belgische frank. Oorspronkelijk omvatte het complex in totaal zes klaslokalen en een onderwijzerswoning. De vier klassen in de rechtervleugel waren bestemd voor de lagere Jongensschool 6, de twee klassen in de linkervleugel voor lagere Meisjesschool 2 met geïntegreerde kindertuin. Tussen beide in bevond zich de onderwijzerswoning. Bij de uitbreiding in 1862 kreeg de meisjesschool er nog twee klaslokalen bij.

Bedoeld voor het stedelijk lager onderwijs in de Sint-Willibrordusparochie, maakte de scholengroep deel uit van de nieuwe lagere scholen die tijdens de ambtsperiode van burgemeester Jan Frans Loos (1848-1863) werden opgericht. Tot de latere ingrepen behoren de houten galerij op de speelplaats die uit 1869 dateert, en de inrichting van de turnzaal in 1879. De galerij naar ontwerp van stadsbouwmeester Pieter Dens, werd voor een bedrag van 3068 Belgische frank opgetrokken door de aannemer-architect Jean Baptiste Winders. In 1872 telde de jongensschool 510 en de meisjesschool 450 leerlingen. Het gebouw huisvest vandaag de Stedelijke Basisschool het Atelier.

Ingenieur-architect Frans Jacob Stoop was sinds 1844 in dienst van de stad Antwerpen, en volgde in 1855 Pierre Bruno Bourla op als stadsbouwmeester. In deze functie realiseerde hij onder meer de verdwenen middelbare school aan de Eikenstraat, de lagere meisjesschool in de Bogaardestraat, de lagere jongens- en meisjesschool in de Duinstraat, en de uitbreiding van de directeurswoning van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in de Mutsaardstraat. Stoop liet in 1861 het leven tijdens de blussingswerken van het Sint-Felixpakhuis, samen met twee brandweerlui, acht militairen en tien arbeiders.

Architectuur

De scholengroep bestaat uit één langgerekte vleugel op een rechthoekige plattegrond, van zeventien traveeën en twee bouwlagen onder een schilddak. Parallel hiermee strekt zich de speelplaats uit met een galerij aan de west- en zuidzijde, en afgesloten door een muur met poort in de Lange Zavelstraat.

De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een hoge, geprofileerde plint uit blauwe hardsteen. Het gevelfront vertaalt de oorspronkelijke functionele indeling van het complex, met de klassenvleugels van de jongens- en meisjesschool in de flanken, en de onderwijzerswoning vermoedelijk in de middenpartij. Horizontaal geleed door de puilijst en volkomen symmetrisch van opzet wordt de compositie geritmeerd door drie inkomrisalieten met schijnvoegen op de begane grond, een pilastergeleding en panelen op de borstwering in de bovenbouw. Het drie traveeën brede middenrisaliet met middenportaal heeft een driehoekig fronton als bekroning, dat in het timpaan het stadswapen van Antwerpen draagt. De flankerende risalieten markeren telkens de middenas van beide klassenvleugels met de circulatiezone (vierde en dertiende travee). Verder beantwoordt de opstand aan en regelmatig ordonnantieschema, opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen op de begane grond en rondboogvensters op de bovenverdieping. Respectievelijk rustend op de plint en de puilijst, zijn beide gevat in een vlakke omlijsting met geprofileerde dagkanten. Een klassiek hoofdgestel samengesteld uit de architraaf, een panelenfries met postamenten in de risalieten, en de gekorniste houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Van het oorspronkelijke houten schrijnwerk zijn enkel de drie fraai bewerkte vleugeldeuren bewaard, met ruitvormige en radiale ijzeren traceringen in de deur- en bovenlichten.

De blinde zijgevel in de Lange Zavelstraat, wordt gemarkeerd door hoekpilasters en rechthoekige spaarvelden, en geleed door de plint, puilijst en het hoofdgestel. Op de begane grond draagt een hardstenen gevelsteen met neuten en oren het opschrift: “TOEGEWYD AEN OPVOEDING EN ONDERWYS MDCCCLX”. Hogerop siert een blinde Serliana de bovenbouw. De achtergevel is een vereenvoudigde uitvoering van de voorgevel, met brede korf- en rondboogopeningen in het middenrisaliet.

Volgens de bouwplannen omvat de plattegrond in beide vleugels telkens twee klaslokalen op begane grond en bovenverdieping, gescheiden door de inkom- en traphal. De centraal ingeplante onderwijzerswoning wordt ontsloten door de centrale vestibule, waarop achteraan rechts de traphal aansluit. Op de begane grond bevinden zich verder twee voorkamers en de keuken, en op de bovenverdieping drie kamers en een kabinet. Bij beide niveaus sluit achteraan een galerij aan, die toegang geeft tot de flankerende klassenvleugels. De tuin van de onderwijzerswoning scheidt de speelplaatsen van de jongens- en de meisjesschool, die elk beschikken over sanitair, in 1869 overdekt door de houten galerij.

De galerij op de speelplaats bestaat uit een naar achter afhellend houten lessenaarsdak op houten T-pijlers met voluutconsoles. Volgens het ontwerp en lastenboek uit 1869 telde de galerij achttien gebinten en zestien pijlers uit Riga-grenenhout.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossiers MA#80881 en MA#80914, plannen 697#236-238 en 697#271 (school), dossier MA#81042 en plannen 697#434-435 (galerij), dossier MA#81569 en plan 697#1185 (turnzaal).
  • VAN LAAR A. 1937-1939: Geschiedenis van het openbaar onderwijs te Antwerpen sedert 1872, Antwerpen, deel 1, 212-213.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2019: Lagere Jongensschool 6 en Lagere Meisjesschool 2 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/313252 (geraadpleegd op ).


Stedelijke Jongensschool 6 en Stedelijke Meisjesschool 2 ()

Neoclassicistische stadsschool op hoek Lange Zavelstraat naar ontwerp van de toenmalige stadsarchitect F. Stoop, opengesteld in 1860 zie onder meer datering in gevelsteen zijgevel, bestaande uit één rechthoekige vleugel aan de straat en een evenwijdig aansluitende speelplaats afgesloten met blinde muur aan Lange Zavelstraat. Langgerekt gebouw van zeventien traveeën en twee bouwlagen onder schilddak (bitumen).

Symmetrisch opgebouwde bepleisterde en beschilderde lijstgevel op hoge sokkel van arduin. De inkompartijen, respectievelijk de derde, de veertiende en de drie middelste traveeëen uitgewerkt als risaliet met schijnvoegen op de begane grond, panelen en aflijnende pilasters in de bovenbouw; centraal driezijdig fronton met stadswapen. Rechthoekige en rondbogige muuropeningen, respectievelijk op eerste en tweede bouwlaag, in platte bandomlijsting met originele roedeverdeling. Houten vleugeldeuren met beglaasde bovenhelft en bovenlicht; bewaarde ruitvormige roedeverdeling.

De achtergevel is een vereenvoudigde uitvoering van de voorgevel.

  • VAN LAAR A., Geschiedenis van het openbaar onderwijs te Antwerpen sedert 1872, Antwerpen, 1937-39, deel 1, p. 212-213.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Lagere Jongensschool 6 en Lagere Meisjesschool 2 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6752 (geraadpleegd op ).