Burgerhuis in beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag uit 1912 gebouwd in opdracht van Jules Marchant. Ontwerper noch aannemer vallen uit het bouwdossier af te leiden. Voor de bouwheer, die in 1905 zijn vandaag verdwenen privé-woning had laten bouwen in de Jan Blockxstraat, was het pand wellicht bedoeld als investering in vastgoed.
Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een mansardedak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel rust op een hoge hardstenen plint. Opgebouwd uit horizontale registers, wordt de bel-etage gemarkeerd door een ingesnoerd, gevelbreed balkon met consoles en smeedijzeren borstwering. De gevelcompositie legt de klemtoon op de bredere middenas, geaccentueerd door risalieten met waterlijst en cartouchesleutel, en een Frans balkon. Verder bestaat de opstand uit rechthoekige deur en vensters met afgeronde hoeken in spiegelboogvelden op de begane grond, en korfboogdrielichten met cartouchesleutels op de bovenverdiepingen. Geveldecor en smeedwerkpatronen zijn ontleend aan de régencestijl. Een bewerkt, klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst en tandlijst op uitgelengde voluutconsoles, vormt de gevelbeëindiging. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met typische roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals het traliewerk van de begane grond.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die over de volledige breedte wordt opgedeeld door de centraal ingeplante traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de vestibule, de spreekkamer en de keuken met 'monte plats'. Op de bel-etage neemt het salon de straatzijde in, en de suite van eetkamer en varanda met bovenlicht de tuinzijde. De tweede verdieping omvat twee slaapkamers en de badkamer, het dakniveau een mansardekamer en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1912#1263 (Grétrystraat), 1905#753 (Jan Blockxstraat).