Geheel van twee gekoppelde burgerhuizen in art-nouveaustijl naar een ontwerp door de architect Edmond Lauwens uit 1911 (gevelinscriptie). Opdrachtgever was Alphonse Magnus, een aannemer uit Borgerhout actief vanaf de jaren 1890 tot aan de Eerste Wereldoorlog. Naast bouwwerken in opdracht, hield hij zich bezig met de verkoop van bouwgronden, de bouw en verkoop van huizen voor eigen rekening, op het grondgebied van Antwerpen, Berchem en Borgerhout. Van later uit 1911 dateert een project voor een art-nouveauwoning met hoefsmederij op het aanpalende perceel (nummer 52), eveneens ontworpen door Lauwens, dat echter geen doorgang vond.
Het vastgoedproject Magnus behoort vermoedelijk tot de vroegste realisaties van Edmond Lauwens, wiens loopbaan als architect omstreeks 1910 van start lijkt te zijn gegaan. Verwante bouwprojecten zijn de gekoppelde woningen die de architect in 1910-1911 in de Markgravelei tot stand bracht. Vóór de Eerste Wereldoorlog was hij vooral actief in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", in opdracht van de aannemer Eduard Van Biesen. Naast enkele burger- en opbrengsthuizen ontwierp hij het hotel-restaurant "Au Rond Royal" op de hoek van Eglantierlaan en Varenlaan. Zijn architectuur uit deze periode varieert van neorégence tot een gematigde of uitgesproken art nouveau. Uit begin jaren 1930 dateert een vijfentwintigtal 'goedkope woningen' voor de bouwmaatschappij "Oost West Thuis Best" op het Kiel.
Met een gevelbreedte van elk twee traveeën, omvatten de rijwoningen drie bouwlagen onder een zadeldak. Beide volgens spiegelbeeldschema gekoppelde lijstgevels, hebben een parement uit witte natuursteen op een plint uit blauwe hardsteen, maar nummer 54 is later bepleisterd en beschilderd. Asymmetrisch van opzet, legt de gevelcompositie telkens de klemtoon op het brede zijrisaliet. Hoger opgetrokken met een attiek, wordt dit laatste in het linkerpand (nummer 56) gemarkeerd door kolossale pilasters en postamenten, een driezijdige erker met consoles op de eerste verdieping, en aansluitend een smeedijzeren balkon vóór het rondboogdrielicht van de tweede verdieping. Eenvoudiger van opzet onderscheidt het rechter pand (nummer 54) zich door brede rondboogvensters en een balkon met middenconsole en smeedijzeren borstwering. Verder berust het art-nouveaukarakter voor beide panden op de gevarieerde boogvormen van de muuropeningen, het typische profiel van het lijstwerk, de lekdrempels en onderdorpels, en de vormgeving van de ornamenten in geometrische stijl. Een klassiek hoofdgestel met bewerkte fries en houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging. Het houten art-nouveau-schrijnwerk van de inkomdeuren en vensters met typische roeden in het bovenlicht is bewaard, evenals het smeedijzeren traliewerk en de gietijzeren voetschrapers.
Identiek in spiegelbeeld, beantwoorden de plattegronden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer, veranda met bovenlicht en overdekt terras, geflankeerd door de keuken in de achterbouw. De eerste verdieping omvat twee voorkamers en twee achterkamers, de tweede verdieping twee voorkamers, het dakniveau twee mansardes.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1911#899 en 1911#1756.