De katholieke lagere school "Instituut Maria Immaculata", vandaag basisschool "De Brug", gaat terug op drie panden die in 1884-1885 werden gebouwd voor rekening van Graaf Florimond de Brouchoven de Bergeyck naar ontwerp van Emile Wauters. Hoewel de bouwaanvraag niet vermeldt dat het om een schoolgebouw gaat, werd het pand vermoedelijk gebouwd als katholieke school, getuige de tweeledige structuur van klassengebouw en schoolmeesterwoning en het beeld van Maria met kind dat in de rechter geveltop wordt voorzien.

Emile Wauters en Graaf Florimond de Brouchoven de Bergeyck waren als investeerders heel nauw betrokken in de ontwikkeling van Zurenborg en zullen ook aandeelhouders worden in de in 1886 opgerichte bouwmaatschappij "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", die als doel had de woningbouw in Zurenborg te organiseren. Graaf de Brouchoven de Bergeyck liet talrijke panden in de wijk bouwen en werkte daarvoor samen met verschillende architecten. Emile Wauters, actief in alle in aanbouw zijnde wijken in de eind-19de-eeuwse rand van Antwerpen, ontwierp zowel in neoclassicisme als in neo-Vlaamse renaissance, een afspiegeling van de toen twee meest populaire stijlen bij de burgerlijke klanten.

Een bouwaanvraag uit 1905 leert ons dat de school op dat moment eigendom is van de "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises" en van een extra verdieping op de achterliggende klassenvleugel wordt voorzien. De school werd in het derde kwart van de 20ste eeuw uitgebreid met een vleugel in de Steenbokstraat.

De gebouwen in de Grotebeerstraat tellen negen traveeën en twee bouwlagen onder zadeldaken. De zes linker traveeën beslaan het schoolgebouw, met de deur in de vierde travee, terwijl in de drie rechter traveeën zich de oorspronkelijke schoolmeesterwoning bevindt. De voorgevels, samengesteld uit twee puntgevels met tussenliggende lijstgevel, zijn opgetrokken in rode baksteenbouw op hardstenen plint. Gebruik van witte natuursteen voor omlopende lekdrempels, kordons en puilijsten. De linker puntgevel heeft twee treden, overhoekse lisenen uitlopend in fioelen en bolornamenten en een oculus als zoldervensters; in de tuitgevel boven de drie rechtertraveeën is een beeldnis voorzien voor een (verdwenen) Mariabeeld en twee rondbogige zoldervensters. De tussenliggende kroonlijst is van baksteen en is door overhoekse fioelen doorbroken, met een fries met geometrisch motief van grijze baksteen. Op de begane grond segmentbogige vensteropeningen onder omlopende waterlijst. Op de verdiepingen centraal rondbogige vensteropeningen en in de zijtraveeën rechthoekige vensters onder rondboogvelden met diamantkopsleutel. Het schrijnwerk in de schoolmeesterswoning werd bewaard. Sobere bakstenen achtergevels met segmentboogvensters; gevelbrede luifel op opengewerkte metalen consoles.