De witte, neoclassicistische huizenrijen in de Grotehondstraat worden op vele plaatsen doorbroken met kleurrijke gevels. Op nummer 59 is een rood bakstenen diephuis met een in- en uitzwenkende geveltop aanwezig. Deze woning is een ontwerp van Ernest Dieltiëns uit 1887, die samen met dit huis ook de twee flankerende woningen ontwierp (57, 61) in een contrasterende, eenvoudige neoclassicistische bouwstijl.

De "Société anonyme pour la construction de maisons bourgeoises", de bouwmaatschappij die in 1886 werd opgericht om de woningbouw in Zurenborg te organiseren, was opdrachtgever voor de bouw van dit ensemble. In dezelfde bouwaanvraag worden nog twee gelijkaardige samenstellen getekend voor de KLeinehondstraat en de Filomenastraat. Telkens gaat het om een neo-Vlaamserenaissance puntgevel geflankeerd door twee eenvoudige neoclassicistische woningen. De verhoudingen van de drie ensembles zijn hetzelfde, de afwerking van de gevels is echter telkens een beetje anders, wellicht om te verdoezelen dat het om reeksbouw ging.

Centraal op nummer 59 een diephuis in neorenaissancestijl van drie à twee traveeën en drie bouwlagen, tweeledige verhoogde halsgevel met klauwstukken en topornamenten, pannen zadeldak. Baksteenbouw op een hardstenen sokkel, gebruik van natuursteen voor kordons, lekdrempels en ornamenten. Bovenverdieping gemarkeerd door overhoekse lisenen uitlopend in wortelmotieven. Rechthoekige vensters, op begane grond onder ontlastingsboog met diamantkoppen, hogerop onder blinde rondboogvelden. Rechthoekige deur met bovenlicht.

De flankerende woningen werkte Dieltiëns uit in een hem typerende, eigen bouwstijl, waarin de woningen een vrij eenvoudige neoclassicistische gevel krijgen, maar door afwisseling van ornamentiek en verhoudingen een levendig ensemble creëren. Het zijn rijhuizen van drie traveeën en twee bouwlagen met bepleisterde en beschilderde lijstgevels op hardstenen sokkels. Nummer 61 werd met een halve verdieping verhoogd. Begane grond met imitatievoegen, doorlopende kordons en kroonlijsten op klossen. Rechthoekige vensters met geriemde omlijstingen, op het centrale bovenvenster een driehoekig fronton. Schrijnwerk van nummer 57 bewaard. Schrijnwerk en hang- en sluitwerk van nummer 59 bewaard. Schrijnwerk van 61 gaaf bewaard, maar wellicht begin-20ste-eeuws.

Nummer 59. Diephuis in neorenaissancestijl, uit het laatste kwart van de 19de eeuw; drie à twee traveeën en drie bouwlagen, tweeledige verhoogde halsgevel met klauwstukken en topornamenten, pannen zadeldak. Baksteenbouw op een arduinen sokkel, gebruik van natuursteen voor kordons, lekdrempels en ornamenten. Bovenverdieping gemarkeerd door overhoekse lisenen uitlopend in wortelmotieven. Rechthoekige vensters, op begane grond onder ontlastingsboog met diamantkoppen, hogerop onder blinde rondboogvelden. Rechthoekige deur met bovenlicht.