Teksten van Burgerhuis in art-nouveaustijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6839

Burgerhuis in art-nouveaustijl ()

Burgerhuis in gematigde art-nouveaustijl, volgens de bouwaanvraag uit 1906 gebouwd door de Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier. Opdrachtgever was de bankier Frédéric Jacobs, die zelf resideerde in een door de architect Joseph Hertogs ontworpen hotel in de Lamorinièrestraat.

De Naamlooze Maatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen of Société Anonyme pour la construction de maisons bourgeoises werd in 1886 opgericht. Het doel was om woningen te bouwen in eigen beheer of in opdracht van privé-personen in de nieuwe wijk Zurenborg. De projecten die ze in eigen beheer realiseerden, werden ofwel onmiddellijk doorverkocht, ofwel bestemd voor verhuur. In 1894 fuseerde de maatschappij met de Société Anonyme pour la construction du quartier Est d’Anvers, in 1881 opgericht voor de urbanisatie van Zurenborg, met de families Cogels en Osy als hoofdaandeelhouders. De vennootschap leefde tot eind 20ste eeuw verder onder de naam ENGETRIM. Het burgerhuizen in de Haringrodestraat behoren tot de weinige vastgoedprojecten die de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog in opdracht van derden buiten Zurenborg tot stand bracht. De ontwerper van het pand valt niet af te leiden uit het bouwdossier.

Met een gevelbreedte van drie traveeën omvat drie bouwlagen onder een licht geknikte bedaking. De lijstgevel heeft een parement uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van blauwe hardsteen voor de plint en witte natuursteen voor speklagen, sluitstenen, hoekblokken en lateien. De opstand is opgebouwd uit registers van rondboogopeningen op de begane grond, de inkomdeur met tussendorpel, en rechthoekige vensters op de tweede verdieping. Een breed, rechthoekig venster met afdak en onderdorpel in de middenas markeert de eerste verdieping. Houten kroonlijst op uitgelengde consoles. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met kleine roeden in het bovenlicht is bewaard; smeedijzeren keldertralies.

De woning beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een hoofdvolume en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. In het bouwdossier ontbreken de plattegronden.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1906#1954.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/190959 (geraadpleegd op ).


Burgerhuis ()

Enkelhuisje van ongelijk aantal traveeën en drie bouwlagen onder plat dak, te dateren circa 1900. Gekleurde bakstenen lijstgevel met gebruik van natuursteen voor de sokkel, speklagen, dorpels en omlijstingen. Begane grond met rondboogvormige muuropeningen; portaal met houten deur, brede als luifel uitgewerkte tussendorpel en bovenlicht. Centraal bel-etagevenster met onderdorpel en kleine luifel op consoles; rechthoekige vensters van de derde bouwlaag alternerend met de uitgelengde, gekoppelde consoles onder de kroonlijst. Typische roedeverdeling.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burgerhuis in art-nouveaustijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6839 (geraadpleegd op ).