Geheel van drie burgerhuizen in eclectische stijl, in opdracht van de heer J. Loquet gebouwd door de Naamlooze Maatschappij "Vooruitzicht", naar een ontwerp uit 1909. Uit het bouwdossier valt de ontwerper niet af te leiden.

De bouw- en hypotheekmaatschappij "Vooruitzicht" werd opgericht in 1905, en is tot op vandaag als bouwbedrijf en vastgoedpromotor actief in Antwerpen. Veelal in opdracht van particulieren bouwde de maatschappij vóór de Eerste Wereldoorlog talrijke burgerhuizen in de nieuw aangelegde wijken van de stad zoals Zuid, Zurenborg en Jan Van Rijswijcklaan. Vanaf 1909, allicht kort na het vastgoedproject Loquet, werd Jules Hofman door "Vooruitzicht" als hoofdarchitect geëngageerd, wat de kwaliteit van de architectuur ten goede kwam. Aan Helenalei en Marialei bracht "Vooruitzicht" tussen 1907 en 1912 in totaal veertien bouwprojecten tot stand voor evenveel opdrachtgevers, die op één na bewaard zijn. Hofman nam de helft van de ontwerpen voor zijn rekening, de andere dateren van vóór zijn aanstelling.

Met een gevelbreedte van elk drie traveeën omvatten de rijwoning drie bouwlagen onder een zaeldak. Het uniform behandelde gevelfront beantwoordt aan een volkomen symmetrisch compositieschema volgens spiegelbeeldschema, opgebouwd rond een hoger opgetrokken middenpand. Voor het parement is gebruik gemaakt van witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Geleed door waterlijsten en een klassiek hoofdgestel, ligt de klemtoon bij het middenpand op het middenrisaliet, en bij de zijpanden op het twee traveeën brede zijrisaliet, telkens op de eerste verdieping geaccentueerd door een balkon met consoles en balustrade. Regelmatig van ordonnantie, wordt de pui gemarkeerd door bossage, en de bovenverdiepingen door een pilastergeleding, afgewerkt met een houten kroonlijst op klossen, tandlijst en consoles. Het middenpand onderscheidt zich door rondboogopeningen met sluitsteen op de begane grond, en een driehoekig fronton in het risaliet. Bij de zijpanden zijn de vensters in het risaliet gegroepeerd tot tweelichten met een tussenzuil of -pilaster, op de eerste verdieping met wortelmotieven en Ionisch kapiteel. Het houten schrijnwerk van deuren en vensters is integraal bewaard op nummers 41 en 43; het smeedijzer van de keldertralies en het voortuinhek tussen gemetselde postamenten bleef in alle drie de panden behouden.

Identiek van plattegrond in spiegelbeeld, beantwoorden de drie panden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de gebruikelijke enfilade van salon, eetkamer, veranda en overdekt terras, geflankeerd door de keuken met pomphuis in de achterbouw. De plattegronden van de bovenverdiepingen ontbreken in het bouwdossier.