Teksten van Architectenwoning Charles De Coster

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6878

Architectenwoning Charles De Coster ()

Voornaam burgerhuis in neorenaissancestijl, als eigen woning gebouwd door de architect Charles De Coster, naar een ontwerp uit 1888. Het project behoort tot het vroege oeuvre van De Coster, zoon van de aannemer Carolus De Coster. Aan het begin van zijn loopbaan, was hij van 1880 tot 1887 geassocieerd met zijn twee jaar jongere broer Jean. Vervolgens zetten beide broers hun praktijk op zelfstandige basis verder, tot aan de Eerste Wereldoorlog. De productie van Charles De Coster lijkt hoofdzakelijk uit burgerhuizen in conventionele neoclassicistische of eclectische stijl te bestaan. Tot het oorspronkelijke bouwprogramma van de architectenwoning behoorde een koetshuis en een schrijnwerkerij in de tuin. Op het aanpalende perceel ontwierp de architect in 1901 het naar volume gelijkaardige hotel Van Broeckhoven.

Met een gevelbreedte van drie ongelijke traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een mansardedak met oeils-de-boeuf. De lijstgevel onderscheidt zich door een parement uit witte natuursteen, met gebruik van hardsteen voor de geprofileerde plint, puilijst en lekdrempels, en leien als dakbedekking. Nadrukkelijk geleed in horizontale registers, met een zwaar geboste pui, bestaat de gevelbeëindiging uit een klassiek hoofdgestel met kroonlijst op klossen. De asymmetrische compositie legt de klemtoon op het brede rechter zijrisaliet met drielichten, dat als frontispice is uitgewerkt. Dit laatste wordt op de bovenverdieping gemarkeerd door pilasters, Ionische halfzuilen, een balkon met consoles, doorgetrokken balustrade en pijnappels; de afwerking bestaat uit een fries met cartouches, rozetten en ranken, een gebroken driehoekig fronton, en een dakvensters met Ionische pilasters waarvan het bekronende fronton is verdwenen. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige muuropeningen, in bewerkte omlijsting met entablement op de bovenverdieping, en bestaat het decor uit aan de renaissance ontleende rolwerkcartouches, diamantkoppen, wortelmotieven en voluutconsoles. Het houten schrijnwerk van de koetspoort en de vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 1888#666.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Charles De Coster [online], https://id.erfgoed.net/teksten/177519 (geraadpleegd op ).


Herenhuis ()

Herenhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder pseudo-mansardedak (kunstleien) met dakkapellen, fronton en oeils-de-boeuf; eclectische stijl met neoclassicistische kenmerken naar ontwerp van J. Bascourt, van 1901-1903. Imposante lijstgevel met parement van natuursteen. Geblokte penanten op de begane grond. Markante risalietvormende venstertravee rechts met breed bel-etagebalkon op voluutconsoles, balustrades en postamenten met sierbol; gekoppelde rechthoekige vensters, op de begane grond met deelpilasters, op de bovenverdieping gevat in een entablement met halfronde deelzuilen en levendig gesculpteerd fries. Aansluitende vensters met balusterborstwering, omlijsting met schijfmotief en waterlijst op consoles. Beëindigende gekorniste houten kroonlijst op klossen.

  • CULOT. M. & VAN LOO A. 1986: Joseph Bascourt, in Musée des Archives d'Architecture Moderne. Fondation Robert L. Delevoy, Brussel, 78-85.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Charles De Coster [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6878 (geraadpleegd op ).