Teksten van Herenhuis in eclectische stijl

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6902

Herenhuis in eclectische stijl ()

Historiek

Herenhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van Albert Passenbronder, naar een ontwerp door de architect Ferdinand Hompus uit 1885.

Albert Marie Emmanuel Antoine Hubert Charles Passenbronder (Borgerhout, 1843-?, 1920), zoon van de Borgerhoutse arts Emmanuel Passenbronder, huwde op 18 april 1870 te Luik met Marie Louise Boussard (°Luik, 1843), dochter van de Luikse wapenfabrikant Joseph Boussard. De huwelijksakte vermeldt als beroep van Passenbronder eveneens wapenfabrikant, maar vanaf de latere jaren 1870 was hij verbonden aan de cigarenfabriek Tinchant Frères in de Breydelstraat, en later vice-consul van Peru. Passenbronder verkreeg in 1889 samen met de Oostendse architect Edouard Colinet van de Belgische Staat de concessie voor de uitbouw van de badplaats De Haan, vanaf 1896 voortgezet door de Société Anonyme de Coq-sur-Mer. Hij stond ook bekend als een belangrijk kunstverzamelaar. Het echtpaar Passenbronder-Boussard had één dochter, Jeanne Cathérine (°Luik, 1871) die in 1889 huwde met de Brusselse advokaat Albert Behaeghel (°Duinkerke, 1856).

Het hotel Passenbronder behoort tot het rijpere werk van Ferdinand Hompus, die vanaf 1875 tot begin jaren 1910 als zelfstandig architect actief was. In navolging van zijn vader Joseph Antoine Hompus, ontplooide hij een productieve loopbaan in dienst van de burgerij. Vroeg in zijn carrière ontstonden naast neoclassicistische rijwoningen van een conventioneel type, enkele vroege uitingen van neo-Vlaamserenaissance-architectuur zoals de winkelhuizen slagerij Raes-Daems uit 1879 in de Steenhouwersvest en “In ’t zicht der Schelde” uit 1881 in de Scheldestraat. Het hotel Passenbronder is representatief voor de voorname burger- of herenhuizen in een herkenbare, klassiek geïnspireerde eclectische stijl, die Hompus tijdens de latere jaren 1880 en 1890 ontwierp. Vergelijkbare voorbeelden zijn het hotel Steppe in de Lamorinièrestraat en het hotel Feher in de Grétrystraat beide uit 1888. Ook bedrijfspanden als Brouwerij De Leeuw in de Coebergerstraat, maken deel uit van zijn oeuvre.

Vanaf 1911 is het herenhuis in het bezit van Eugène Bureau (1863-1941), echtgenoot van Alice Van den Abeele, koopman en nijveraar in bijproducten van teer en steenkool. Dat jaar liet hij door de architect Eugène Dieltiëns schrijnwerk plaatsen in de loggia boven de koetspoort. Een plan door architect Joseph Hertogs uit 1923, voor uitbreiding en verhoging van de portiektravee tot op gelijke hoogte met het hoofdvolume, gepaard met interieuraanpassingen, werd niet of slechts ten dele uitgevoerd. Eugène Bureau was de vader van ingenieur, olympisch ijshockeyer en verzetsstrijder Roger Eugène Bureau (Antwerpen, 1905-Gardelegen, 1945), die in de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog, na zijn evacuatie uit het concentratiekamp Neuengamme, omkwam in het bloedbad van Gardelegen.

Vanaf 1978 tot zijn overlijden was het herenhuis de kunstenaarswoning van de beeldhouwer Vic Gentils (Ilfracombe, 1919-Aalst, 1997), die in 1978-1979 een lift liet installeren.

Architectuur

Het imposante herenhuis bestaat uit een hoofdvolume met een gevelbreedte van vier traveeën, dat een souterrain en drie bouwlagen omvat onder een schilddak (nok loodrecht op de straat), en een links aanleunende portiektravee van twee bouwlagen. In 1892 paste architect Joseph Hertogs ditzelfde type toe voor het hotel Randel in de Sterstraat. Voor het parement van de statige lijstgevel wordt witte natuursteen gecombineerd met blauwe hardsteen voor de geboste pui met geprofileerde plint, de vensteromlijstingen en het hoofdgestel.

Geleed door de puilijst, beantwoordt de compositie van het hoofdvolume aan een klassiek symmetrisch schema met registers van rechthoekige vensters. Daarbij ligt de nadruk op de twee middentraveeën van de eerste verdieping, die worden gemarkeerd door een gebogen balkon met zware consoles, een doorgetrokken balustrade en siervazen op de postamenten. De bovenvensters zijn gevat in een geriemde omlijsting met diamantkoppen, en sluitsteen, verrijkt met wortelmotieven en entablementen op de eerste verdieping, oren en onderdorpels op de tweede. Het klassieke hoofdgestel met architraaf, metopen-en-trigliefenfries, en een breed overstekende houten kroonlijst en tandlijst op klossen, vormt de gevelbeëindiging. De fraai bewerkte, gevernist houten koetspoort is bewaard, evenals het vensterschrijnwerk, de smeedijzeren keldertralies en voetschraper.

De portiektravee is als risaliet uitgewerkt, met op de begane grond een rechthoekige koetspoort in geriemde omlijsting met oren en sluitsteen. Een later gedichte loggia, vormt het door pilasters gemarkeerde tweede register, afgewerkt met een klassiek hoofdgestel en een balustrade bekroond door bolornamenten. De bovendorpel is versierd met pilasters en ronde medaillons waarin trofeeën van respectievelijk beeldhouw- en schilderkunst, met de opschriften “QUELLINUS” en “RUBENS” op een banderol. Deze verwijzen naar de kunstcollectie van bouwheer Passenbronder.

De plattegrond is georganiseerd rond de centraal ingeplante inkom- traphal met bovenlicht, die via een trappenbordes aansluit op de koetspoort. Oorspronkelijk werd de rechterflank op de begane grond over de volledige diepte ingenomen door de enfilade van salon, eetkamer en veranda, links geflankeerd door de antichambre aansluitend op de inkomhal. De bovenverdiepingen omvatten telkens vier kamers. Dienstruimten als de keuken bevonden zich in het souterrain.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1885#1419, 1911#1669, 1923#16297 en 18#80846 (1978-1979).

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Herenhuis in eclectische stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/179969 (geraadpleegd op ).


Rijhuis ()

Imposant rijhuis van vijf traveeën en twee (ingangstravee) en drie bouwlagen onder leien schilddak, neoclassicistische stijl met neorenaissance-elementen, van circa 1900. Lijstgevel met natuurstenen parement op een arduinen sokkel, geblokte begane grond. Gebogen balkon op zware consoles, balustrade tussen postamenten met siervazen, eerstgenoemde doorlopend voor zijtraveeën, gelede architraaf, fries met trigliefen en houten kroonlijst met tandlijst op klossen. Rechthoekige vensters, op hoofdverdieping met entablement op pilasters met diamantkoppen, wortelmotief en gegroefde voluten, op bovenverdieping in geriemde omlijsting met oren, panelen onder de lekdrempels. Lage en afzonderlijk uitgewerkte linker travee met bekronende attiek, groot rechthoekig venster met rechthoekige roedeverdeling in een klassieke omlijsting met entablement op geornamenteerde pilasters, fries met cartouches waarin opschriften "Quellinus" en "Rubens". Grote rechthoekige poort in geriemde omlijsting met oren en sleutel.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Rijhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6902 (geraadpleegd op ).