Statig appartementsgebouw in beaux-artsstijl, in opdracht van de vennootschap Compagnie Nationale Immobilière ontworpen door de architecten Alfred Portielje en Jan De Braey in 1932, en opgetrokken door aannemer Firmin Liebaert. De "Résidence Leopold" is representatief voor de productie van Portielje en De Braey, die een gezamenlijke praktijk voerden vermoedelijk van 1926 tot 1934. Portielje was toen al een twintigtal jaar actief als zelfstandig architect, terwijl De Braey tot dan zijn vader Michel De Braey had geassisteerd. De associés legden zich vooral toe op de bouw van appartementsgebouwen van hoge standing, een nieuwe typologie in de jaren 1920, maar ontwierpen ook burgerhuizen en villa’s voor de betere kringen, zowel in neotraditionele en beaux-artsstijl als in een gematigde art deco. De carrières van beide architecten, die vanaf 1935 hun eigen weg gingen, kwamen tot een eind in de latere jaren 1950.
Het monumentale complex op de hoek van de Korte Lozanastraat, telt dertien traveeën en zeven bouwlagen onder een plat dak. Het sobere gevelfront met een parement in bak-, natuur- en hardsteen, ontleent zijn beaux-arts karakter hoofdzakelijk aan de horizontale, drieledige opbouw, met een sokkel, een bovenbouw en een attiek, bekroond door een klassiek entablement. De compositie wordt verder gekenmerkt door een regelmatige ordonnantie van vensterregisters, achtereenvolgens in rondboog- en steekboogvorm met sluitsteen, en rechthoekig. Een afgeronde hoekpartij met een drie traveeën breed risaliet onder een blinde attiekbekroning markeert de middenas. Deze bepaalt samen met een oplopende driezijdige erker met ingebogen profiel aan de linkerzijde, en een nauwelijks gemarkeerd risaliet met balkon uiterst rechts de verticale geleding van het gevelontwerp, telkens afgelijnd door hoekblokken. De brede korfboog van het centrale hoofdportaal met typische wandluchters, wordt gebroken door een korte luifel voorzien van het opschrift "Résidence Leopold". Voor een opmerkelijk art deco accent zorgt het sierlijke smeedijzerwerk van deurvleugels, bovenlichten, vensterleuningen en voortuinhekken (volledig bewaard), met een fraai gestileerd bloemenkorfmotief.
Het standingvolle karakter van het gebouw blijkt alleen al uit de royale afmetingen van de appartementen, die volgens de bouwplannen telkens een volledige verdieping beslaan met een oppervlakte van zowat 300 m2. Naast de ruime inkom in rood en zwart marmer, de centrale hal en het ovale trappenhuis met lift, bood de begane grond oorspronkelijk onder meer ruimte aan een biljartzaal in de hoekrotonde, een conciërgewoning, een afzonderlijke dienstingang en garages. De indeling van de appartementen omvat een al of niet doorlopende suite van hal, salon, eetkamer en bureau-fumoir, en verder twee slaapkamers met ‘en suite’ badkamer, alle gelegen aan de straatzijde. De keuken met terras maakt deel uit van een afgezonderd complex van dienstruimten, met office, vestiaire, 'état domestique' en meidenkamer, grotendeels aan de binnenzijde gesitueerd. Het terugwijkende dakappartement vormt een recente toevoeging.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Résidence Leopold [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136012 (geraadpleegd op ).
Monumentaal hoekpand (Korte Lozanastraat) van zeven verdiepingen opgetrokken uit baksteen met gebruik van natuursteen voor gelijkvloerse verdieping, omlijstingen en attiek. Erker en afgeronde hoekpartij met aflijnende, geblokte lisenen; bovenverdieping met ijzeren balkonleuningen. Rechthoekige, getoogde en rondboogvormige muuropeningen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Résidence Leopold [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6920 (geraadpleegd op ).