Burgerhuis in eclectische stijl gebouwd in opdracht van Prosper Steyaert, naar een ontwerp van de architecten Florent Vaes en Joan Coninck Westenberg uit 1910. De sterk gelijkende woning De Boeck (voorheen nummer 51), die eerder dat jaar door deze architecten was ontworpen, werd in 1959 gesloopt voor een flatgebouw. Ook de nabijgelegen woning De Mey uit 1911 in de Markgravelei, beantwoordt aan een vrijwel identiek schema.

De schoonbroers Florent Vaes en Joan Coninck Westenberg, voor de Eerste Wereldoorlog gedurende een zestal jaar associés, ontwierpen tussen 1910 en 1912 zeven van dergelijke burgerhuizen aan de Jan Van Rijswijcklaan, waarvan er slechts drie zijn bewaard (zie ook de straatinleiding en nummers 148 en 152). Naast de cottagevilla legde het architectenbureau, dat zelf in de Bosmanslei gevestigd was, zich dan ook in het bijzonder toe op dit specifieke woningtype.

De rijwoning telt drie bouwlagen en drie traveeën onder een pseudo-mansarde (kunstleien). De horizontaal gelede lijstgevel met een parement van natuursteen, wordt gemarkeerd door een bow-window met vierlicht op de bel-etage. Tot de typische neo-Lodewijk XVI-ornamenten behoren rozetconsoles, vensteromlijstingen met entablement, en guirlandes met strik onder de kroonlijst. Het houten schrijnwerk van deur en vensters bleef bewaard; een garagepoort vervangt de benedenvensters, het voortuinhek is verwijderd.

Zoals gebruikelijk voor dit type bel-etagewoningen van Vaes en Coninck Westenberg, bood de begane grond volgens de bouwplannen ruimte aan de inkom en het trappenhuis, een ontbijtkamer en de keuken met keukenlift. De bel- etage omvat een salon over de volledige breedte aan de straatzijde, een centrale eetkamer met office, een veranda met bovenlicht, en een terras met spiltrap aan de tuinzijde.