Burgerhuis in neorococostijl gebouwd in opdracht van J.C. Bakkers De Groof, naar een ontwerp door architect Florent Verbraeken uit 1911. Het Antwerpse aannemersbedrijf J. Van Riel, Peeters & C°, voorganger van de Entreprises Générales de Construction Van Riel & Van den Bergh, stond in voor de bouw.
De woning Bakkers De Groof behoort tot de laatste ontwerpen van Florent Verbraeken, die in 1912 een punt zette achter zijn korte maar bloeiende architectenpraktijk. Actief vanaf begin jaren 1890, realiseerde hij alleen al in Antwerpen een kleine 200 burgerhuizen, met de grootste concentratie in de wijk Zuid. Daarnaast was Verbraeken, sinds 1899 de huisarchitect van de verzekeringsmaatschappij Antverpia, verantwoordelijk voor de uitbouw van de residentiële enclave Sint-Mariaburg op het grondgebied van Ekeren en Brasschaat. Waar zijn doorsnee architectuur zich conformeerde aan het conventionele neoclassicisme, paste de architect voor belangrijke gebouwen naar typologie de geldende neostijlen toe. Na 1900 waagde hij zich occasioneel aan de art nouveau, of zoals hier aan het neorococo, omstreeks 1910 een populaire bouwstijl voor voorname burgerhuizen. Voor dezelfde opdrachtgever voerde Verbraeken eerder al projecten uit, zoals de bouw van twee woningen aan de Rijnkaai in Antwerpen.
De rijwoning omvat een souterrain en drie bouwlagen onder een pseudomansarde (kunstleien) met kleine oeils-de-boeuf. Rijk versierd, met een parement uit witte natuursteen op een plint uit blauwe hardsteen, is de lijstgevel opgedeeld in een drie traveeën brede benedenbouw, en een door oplopende lisenen afgelijnde bovenbouw. Het gevelveld wordt hier centraal gemarkeerd door een driezijdige erker met een balkon en drielicht erboven, en bekroond door een brede korfboog en een gebogen pseudo-fronton. De drukke neorococo-ornamentatie combineert schelp-, bloem- en plantenmotieven tot weelderige cartouches, die de borstweringen, de boogzwikken, de buikvormige erkerconsoles en vooral het bekronende fronton vullen. De gevelopeningen zijn korf- en rondboogvormig met voluutsleutels, de hoge inkomdeur heeft een bewerkte tussendorpel. Het verfijnde ijzersmeedwerk van de deur - met de initialen van de bouwheer - en het bovenlicht, de keldertralies, de balkonleuning en het integraal behouden voortuinhekken is afgeleid van 18de-eeuwse patronen. Het houten schrijnwerk van de vensters is eveneens bewaard.
De plattegrond volgt de klassieke typologie van de burgerwoning, met oorspronkelijk op de begane grond, naast de inkom en het trappenhuis, achtereenvolgens een spreekkamer, een kantoor en de keuken. De bel- etage vormt volgens de bouwplannen een doorlopende suite van salon, eetkamer, veranda en terras, terwijl de grote voorkamer op de eerste verdieping een extra accent krijgt door de erker. Op de twee bovenverdiepingen bevinden zich verder vijf slaapkamers. Het interieur vertoont volgens de bouwplannen eenzelfde neorococodecor als de gevel.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Burgerhuis in neorococostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136024 (geraadpleegd op ).
Herenhuis met verhoogde begane grond, bovenverdieping met doorlopende aflijnende lisenen verbonden door korfboog; pseudo-mansardedak met œils-de-bœuf. Markante erker, bekronend balkon met mooie ijzeren leuning, gebogen kroonlijst. Neorococodecoratie. Hoge ijzeren deur met bovenlicht.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Burgerhuis in neorococostijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6923 (geraadpleegd op ).