Geheel van twee voorname, gekoppelde burgerhuizen in neo-Lodewijk XV-stijl, nummer 72 gebouwd in opdracht van Henri Jean François Van Tichelen (Antwerpen, 1880-Antwerpen, 1950) en nummer 74 in opdracht van John Schobbens, naar een ontwerp van de architecten Daniël Rosseels en Léon Gras uit 1910. De Antwerpse aannemer Aloïs Grangé stond in voor de bouw. Van Tichelen en Schobbens waren schoonbroers, gehuwd met de zussen Marguerite Ide (Antwerpen, 1887-Oostende, 1973) en Jeanne Ide (°1889). Het echtpaar Van Tichelen-Ide, gehuwd te Antwerpen in 1908, kreeg vier zonen, het echtpaar Schobbens-Ide had drie dochters.
Het dubbelhotel Van Tichelen-Schobbens behoort tot het latere werk van Daniël Rosseels, die kort na de Eerste Wereldoorlog, in 1923, amper 41 jaar oud zou overlijden. Aanvankelijk geassocieerd met zijn schoonbroer Joan Coninck Westenberg, had hij zich omstreeks 1905 in enkele vroege werken, waaronder zijn eigen woning in de Bosmanslei 12-16, laten opmerken door een persoonlijke interpretatie van de art nouveau. Na 1910 bracht hij een gevarieerd stijlenrepertorium in praktijk, van cottagestijl en neorococo, tot beaux-arts zoals het hotel Duchêne in de Van Putlei, waarbij het gebruik van art nouveau zich hoogstens beperkt tot de decoratieve details of het interieur.
Beide rijwoningen omvatten een souterrain, drie bouwlagen en een pseudo-mansarde (leien) met dakkapellen. De lijstgevels met een parement uit natuursteen vormen een statig, doorlopend gevelfront. Hoewel een repeterende ordonnantie en subtiele detailverschillen de achterliggende tweedeling weerspiegelt, poogt de compositie toch de indruk van een groter geheel te wekken. De klemtoon ligt daarbij op het uit de as geplaatste middenrisaliet, dat boven de daklijst doorloopt in een halfrond boogveld met geblokte omlijsting. Verder wordt de brede hoofdtravee van beide woningen gemarkeerd door een oplopende driezijdige erker, achtereenvolgens van natuursteen en hout, en de smalle zijtravee door een deur met bovenlicht. De muuropeningen hebben alternerend een korf- of steekboogvorm, met een geprofileerde of vlakke omlijsting. Typische neorococo-ornamenten zijn de rocaillesleutels en -consoles, en de onderdorpels. Ook het sierlijke ijzersmeedwerk van deurvleugels, bovenlichten, keldertralies, balkon- en vensterleuningen, en het integraal behouden voortuinhek is afgeleid van 18de-eeuwse patronen. Het houten vensterschrijnwerk bleef bewaard.
De plattegronden hebben dezelfde indeling, met afwijkingen die vooral terug te voeren zijn op de onregelmatige, naar achter verbredende perceelsvorm van nummer 72. Analoog aan de typologie van woningen voor de vermogende burgerij, beantwoordt het schema aan een functionele opdeling van de ontvangst- en privé-vertrekken, de dienstlokalen en -circulatie. Volgens de bouwplannen omvat het souterrain een spreekkamer aan de straat, en de keuken met wasplaats aan de 'cour anglaise', waartussen voorraad- en wijnkelders. Op de hoofdverdiepingen wordt de woning over de volledige breedte opgedeeld door een ruime traphal met bovenlicht, terwijl een diensttrap en een keukenlift de circulatie verzekeren van het souterrain tot de mansarde met meidenkamers. De bel-etage omvat een eetkamer aan de straatzijde, en een doorlopende suite van ontvangstsalon en grote eetzaal met office en terras de tuinzijde, met een bijkomend fumoir in nummer 72. De eerste verdieping biedt ruimte aan een privé-salon vooraan, en één of twee slaapkamers, een badkamer en balkon achteraan; de minder diepe tweede verdieping telt twee slaapkamers en een 'cabinet de toilette'. Het interieur vormt een combinatie van rijkelijk gelambrizeerde vertrekken in geometrisch gestileerde art nouveau (vestibule, traphal, privé-salon) en neorococo of neo-Lodewijk XVI-stijl (ontvangstsalon en eetzaal).
Bij het nummer 72 hoorde oorspronkelijk een stal-remise met koetsiersverblijf en hooizolder aan de Lokkaardstraat, die vandaag is verdwenen. Op de eetzaal na werden de vensteropeningen in de achtergevel van dit pand ook gewijzigd, wat mogelijk wijst op interieuraanpassingen.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Gekoppelde burgerhuizen in neo-Lodewijk XV-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136055 (geraadpleegd op ).
Eenheidsbebouwing in neo-Lodewijk XV-stijl. Hoger opgaande voorlaatste travee met gebogen kroonlijst, rijk uitgewerkte bekroning, omlopend geblokt fries. Markante erkers. Rechthoekige en segmentboogvensters. IJzeren deuren met bovenlichten in rocaille-omlijstingen. Sierlijk smeedijzeren hek.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Gekoppelde burgerhuizen in neo-Lodewijk XV-stijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6944 (geraadpleegd op ).