Geheel van oorspronkelijk drie burgerhuizen in eclectische stijl naar een ontwerp van architect Hendrik Delvaux uit 1909. In het middenpand (nummer 88) gebouwd voor rekening van vader Henri Delvaux, had ook de architect, die op dat moment aan het begin van zijn carrière stond, zijn domicilie en architectenbureau. Opdrachtgevers van de flankerende panden waren Jos Vandenven-Remes (nummer 86) en de weduwe Jos Remes-Dils (nummer 90), op dat moment nog met domicilie op hetzelfde adres. Nummer 86 werd in 1958 met een bijkomende verdieping verhoogd, nummer 90 in 1960 gesloopt voor een flatgebouw.
De drie rijhuizen werden ontworpen als een symmetrische compositie van horizontaal gelede lijstgevels, met een natuurstenen parement, drie bouwlagen hoog onder een zadeldak. De twee zijpanden zijn identiek wat indeling en gevelopstand betreft, en flankeren een iets hoger opgetrokken middenpand met een bijkomende attiekverdieping. Volgens een repeterend schema ligt de klemtoon telkens op de brede hoofdtravee, in overeenstemming met de indeling van het interieur. Een bow-window met vierlicht markeert de eerste twee bouwlagen van het middenpand, en de eerste verdieping van de zijpanden, daar met een ijzeren balkonhek als bekroning. Verder vertonen de sobere gevels een regelmatige ordonnantie van rechthoekige vensters en drielichten, op een begane grond met schijnvoegen. Het neo-Lodewijk XVI-decor is beperkt tot guirlandes met strikken, die de borstweringen en de oculi van de bovenlichten en de attiek sieren.
Volgens de bouwplannen wordt de plattegrond van het middenpand in de breedte opgedeeld door het trappenhuis, met op de begane grond het salon en de vestibule vooraan, de eetkamer en een terras met glasluifel achteraan, en de keuken in de achterbouw. Het architectenbureau dat uit een kleine en een grote kantoorruimte met grote raampartijen bestaat, neemt de achterzijde van de eerste verdieping in. Verder omvat de woning een zestal slaapkamers, een badkamer en 'cabinet de toilette', twee mansardes en een donkere kamer. De zijpanden volgen de klassieke indeling van de burgerwoning, met een doorlopende suite van salon, eetkamer en veranda in de hoofdtravee, geflankeerd door de vestibule en het trappenhuis in de zijtravee, afgesloten door de keuken.
In beide nog bestaande panden bleven het smeedijzeren voortuinhek en het houten schrijnwerk bewaard, in nummer 88 met inbegrip van de fraai bewerkte deur en de kleurrijke glas-in-loodbovenlichten. Het ovale brandglasmedaillon in het bovenlicht van deze deur, verbeeldt een trofee van bouwmeestersattributen - meetlat, winkelhaak en kapiteel, die naar de hier gevestigde architectenpraktijk verwijst.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Geheel van drie burgerhuizen, architectenwoning Hendrik Delvaux [online], https://id.erfgoed.net/teksten/136074 (geraadpleegd op ).
Enkelhuizen in neo-Lodewijk XVI-stijl; afgeronde erkers. Bewaarde ramen.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Geheel van drie burgerhuizen, architectenwoning Hendrik Delvaux [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6946 (geraadpleegd op ).