Burgerhuis in art-nouveaustijl, gebouwd in opdracht van mevrouw Th. Lantier, naar een ontwerp door Charles Antoon Cassiers uit 1910. De woning behoort tot de vroege realisaties van de architect, die in deze periode zowel in art-nouveau- als in beaux-artstijl ontwerpt. Over zijn oeuvre is tot op heden weinig bekend.

De rijwoning in halfopen bebouwing met een blinde zijgevel, omvat drie bouwlagen en drie traveeën onder een leien pseudo-mansarde. De natuurstenen lijstgevel is horizontaal geleed in een beneden- en bovenbouw, door een gevelbreed balkon met afgeronde balustrade en bewerkte consoles. Verder legt de compositie een discrete klemtoon op de middenas door een typisch vormgegeven dakvenster, dat de regelmatige vensterordonnantie doortrekt boven de daklijst. De ornamentatie is beperkt tot een vlakdecor van lijstwerk en medaillons, rond de vensters, op de borstweringen en penanten en in het hoofdgestel, met een geometrisch art nouveau patroon. De garage in het souterrain is een latere verbouwing; de oorspronkelijke deur en het smeedijzeren voortuinhek zijn verdwenen.

Volgens de bouwplannen volgt de plattegrond de klassieke typologie van de burgerwoning, met op de begane grond een doorlopende suite van salon, eetkamer en veranda, geflankeerd door de smalle vestibule en het trappenhuis. De bovenverdiepingen omvatten telkens een voor- en een achterkamer; een achterbouw herbergt de keuken en de badkamer.