Teksten van Residentie Van Rijswijck

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6957

Residentie Van Rijswijck ()

Appartementsgebouw in art-decostijl naar een ontwerp door architect Léon Stynen uit 1931-1932. Opdrachtgever was de nv Home Van Rijswijck, een vennootschap geleid door administrateur-directeur A. Bernaerts. Het gebouw dat zeven bouwlagen en een dakverdieping omvat, neemt een prominente locatie in aan het 'Rond Punt' van de Jan Van Rijswijcklaan, op de hoek met de Desguinlei. De constructie met een structuur uit gewapend beton werd opgetrokken door het Antwerpse aannemersbedrijf Entreprises Générales de Construction Van Riel & Van den Bergh.

Het ontwerp van de "Residentie Van Rijswijck" komt in de loop van 1931-1932 in twee opeenvolgende versies tot stand, en wordt uiteindelijk in een nogmaals gewijzigde vorm gerealiseerd. Ontstaan tijdens de bouwperiode van het Casino van Knokke, kenmerkt het eerste ontwerp uit juni 1931 zich door een zelfde zakelijk modernisme. Het behoort daarmee tot de vroege manifestaties van deze nieuwe evolutie in de architectuur van Stynen. De gestroomlijnde compositie met een sokkel in zwart graniet, heeft een overstekende bovenbouw met een parement van witte natuursteen, strak belijnd door gevelbrede bandramen.

Het tweede ontwerp uit januari 1932 neemt duidelijk afstand van dit vooruitstrevende concept, vermoedelijk onder invloed van de opdrachtgever. De volledig natuurstenen gevel getuigt nu van een meer conventionele architectuuropvatting in een uitgezuiverde art-decostijl, aangepast aan de omgeving. De nadrukkelijk verticaal gelede compositie ontwikkelt zich over een breedte van tien traveeën, met een regelmatige ordonnantie van rechthoekige vensters gevat in oplopende omlijstingen. Zoals de eerste versie behoudt ook dit ontwerp de op de twee zijtraveeën na overstekende bovenbouw, die nu zichtbaar wordt ondersteund door getrapte consoles. Daarbij valt de behandeling van de afgeronde hoek op, die over de volledige hoogte is opengewerkt als onderdeel van de woonkamers. Vermoedelijk was deze van bij de bouw voorzien van een doorlopende beglazing in stalen schrijnwerk, hoewel op de bouwplannen deurvensters met een smeedijzeren borstwering zijn ingetekend.

De monumentale bekroning van de volledige overstekende bovenbouw door een hoge blinde attiek, berust duidelijk wel op een wijziging van de plannen in de laatste fase van het ontwerpproces. Aanvankelijk beoogde het tweede ontwerp een onopvallende beëindiging van de hoogste, zesde verdieping, met slechts twee staande oculi in de uiterste traveeën en een vlakke daklijst. De toegevoegde attiek is bovendien bezet met een vlaggenmast en zeven bijna levensgrote gebeeldhouwde figuren in hoogreliëf, vrouwen- en mannenfiguren in antiquiserende stijl, waarvan de maker noch het iconografische programma bekend zijn. In de pui wordt de centrale inkom met een oculus en het opschrift "Residentie Van Ryswyck" in losse letters, geflankeerd door twee garagepoorten.

De plattegrond ondergaat nauwelijks wijzigingen doorheen het ontwerpproces, en omvat volgens de bouwplannen twee gelijkwaardige appartementen in spiegelbeeld per verdieping, ontsloten door een centraal trappenhuis met lift in de kern. De eerder eenvoudige flats bestaan uit een woonkamer, een grote en kleine slaapkamer, een badkamer en een keuken met terrasje. In de aanvankelijke plannen wordt uitgegaan van één groot appartement op de eerste en de twee verdieping, een idee dat echter nog vóór het indienen van de bouwaanvraag wordt verlaten. De begane grond biedt behalve de inkom- en traphal ruimte aan een conciërgewoning en garages; de dakverdieping bestond oorspronkelijk uit de machinekamer en zolderruimten voor de appartementen.

Het huidige glas-in-loodraam met spiraalpatroon in de hoekpartij dateert van een recente renovatie van het gebouw, waarbij het schrijnwerk en de inkomhal werden vernieuwd, appartementen heringedeeld, en de dakverdieping uitgebouwd tot penthouse. Ook het smeedijzer van de deur,de garagepoorten en het voortuinhek, oorspronkelijk met een geometrisch art deco ruitpatroon, ging nagenoeg volledig verloren.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1931#39654, 1932#41482 en 1932#42176.
  • Architectuurarchief Vlaanderen, archief Léon Stynen, dossier Bernaerts 3.1.58.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Residentie Van Rijswijck [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135970 (geraadpleegd op ).


Hoekpand Desguinlei ()

Hoekpand Desguinlei, flatgebouw van acht bouwlagen van 1931 naar ontwerp van L. Stynen. Sokkelvormende begane grond en lagere zijtraveeën (ingang) omringen uitspringende gevelvlakken met afgeronde hoekpartij uitgewerkt in glas en metaal. Bekronende beelden in half-reliëf. Rechthoekige vensters en deuren.

  • Gegevens verstrekt door T. Eyckerman.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Residentie Van Rijswijck [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6957 (geraadpleegd op ).