Teksten van Résidence Moderne

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6959

Modernistisch flatgebouw ()

Historiek en context

Modernistisch appartementsgebouw opgetrokken in opdracht van de naamloze maatschappij De Moderne Woning, naar een ontwerp door architect François Dens uit 1932. Het imposante complex heeft een prominente inplanting op de hoek met de Camille Huysmanslaan, en maakt deel uit van het bouwblok dat uitkijkt over het vroegere Wilrijkseplein. Voor dit voormalige oefenplein buiten de Brialmontvesting, de huidige locatie van Antwerp Expo, werd destijds uitgegaan van een bestemming tot parkzone met sport- en speelterreinen. Het verklaart mede bestemming van het tegenoverliggende bouwblok voor hoge flatgebouwen, daar waar in de verlengde Jan Van Rijswijcklaan voor het overige stadsvilla’s bij voorkeur in halfopen bebouwing werden voorgeschreven. Dens, ontwierp in dezelfde periode ook het appartementsgebouw dat het pendant vormt op de hoek met de Beschavingstraat, en één van de tussenliggende flatgebouwen. Met zijn 29,5 m was het complex het tot dan toe hoogste gebouw aan de Jan Van Rijswijcklaan. Het werd in de eigentijdse pers wel als typevoorbeeld van een modern flatgebouw aangehaald.

François Dens, die als architect actief was van omstreeks 1905 tot begin jaren 1950, ontplooide een succesvolle loopbaan in dienst van de burgerij en het bedrijfsleven. Al vanaf de vroege jaren 1920 legde hij zich toe op het grotere appartementsgebouw van hoge standing, dat in stijl evolueerde van beaux-arts, over art deco naar een zakelijk modernisme. Door hun inplanting aan de grote invalswegen en rond het Stadspark, gaf Dens al in een vroeg stadium mee de aanzet tot een schaalvergroting, die zich in de naoorlogse periode in snel tempo zou doorzetten.

Architectuur

Het appartementsgebouw omvat acht bouwlagen, een souterrain en een dakverdieping, en telt in totaal 32 flats. Het gevelfront met een parement van natuursteen op een inspringende plint van arduin, plooit zich in een brede boog over de hoek van beide straten, en vormt vandaag het sluitstuk van de aanleunende en even hoge gevelwanden. De strak zakelijk architectuur wordt vooral gekarakteriseerd door de horizontale registers van doorlopende bandramen met lekdrempel, oorspronkelijk voorzien van stalen schrijnwerk, en het omlopende balkon van de bovenste verdieping. Dit schema wordt verticaal gebroken door de oplopende rechthoekige erkers, die beide gevelflanken twee aan twee ritmeren. Twee geprononceerde ribben verlenen deze erkerpartijen een extra gestroomlijnd effect, als een laatste reminiscentie van de art deco. Hoewel hun plaatsing vooral de symmetrie van de compositie dient, maken zij toch ook het inplantingsschema van de flats zichtbaar waarvan de woonruimte bovendien wordt vergroot. De hoge sokkel wordt enkel aan de zijde van de Jan van Rijswijcklaan doorbroken door het centrale inkomportaal met een korte luifel, en de inrit van de ondergrondse parkeergarage. De terugwijkende dakverdieping is in de hoekpartij opgevat als een soort pergola met een brede daklijst. Het smeedijzerwerk van de inkomdeur, de keldertralies en het voortuinhek zijn bewaard, de balkonborstwering is vernieuwd.

De appartementen van ongelijke grootte zijn per vier gegroepeerd op de verdiepingen, en worden ontsloten door een centraal trappenhuis met twee liften in de kern van het gebouw. De grootste flat incorporeert de volledige hoekrotonde, terwijl de twee kleinste de uiteinden van beide vleugels innemen. Alle appartementen beschikken niettemin over een woonkamer twee slaapkamers, een badkamer en een keuken met terrasje. De oppervlakte van de woonkamer, telkens gesitueerd in de erkertraveeën is daarbij afhankelijk van de ligging, met vooral in het hoekappartement een suite van salon en eetkamer van een hogere standing. De gelijkvloerse appartementen boeten aan ruimte in vanwege de statige inkomhal in rood en zwart marmer. In het souterrain bevinden zich de garage, een stalling voor kinderwagens, privé-kelders, de conciërgewoning en de stookinstallatie; op de dakverdieping, waarvoor een afzonderlijke bouwaanvraag werd ingediend, beschikken de appartementen over een bergplaats.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1932#40994 en 1932#41843; foto's FOTO-OF#6023 en GP#532.
  • FLOUQUET P.-L. 1933: L’architecture moderne en Flandre, Bâtir 2.8, 281-285.
  • INGEVELD E. 1935: L’appartement et le droit, Bâtir, 4.27, 46-51.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Résidence Moderne [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135972 (geraadpleegd op ).


Flatgebouw ()

Flatgebouw op hoek Camille Huysmanslaan, negen bouwlagen naar ontwerp van F. Dens, van circa 1934. Natuurstenen parement met doorlopende vensterregisters; verticale ritmering door afgeronde hoekpartij en erkers. Achtste bouwlaag met doorlopende ijzeren balkonleuning, achteruitwijkende negende verdieping.

Op hoek met Beschavingsstraat soortgelijk flatgebouw met afgeronde hoekpartij van dezelfde architect, van 1933.

  • Bâtir, nr. 27, 15 februari 1935, p. 46.

Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Résidence Moderne [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6959 (geraadpleegd op ).