Statig appartementsgebouw in beaux-artstijl, opgetrokken in opdracht van van de gebroeders Jos (Jozef), Karel (Karel Marin Jozef Joannes) en August (Franciscus Augustus) Van Looy, naar een ontwerp door architect Ferdinand Dermond (inscriptie op de pui) uit 1929. Al omstreeks 1910 keerde Dermond de vernieuwende art nouveau van zijn beginjaren de rug toe, voor een conventionele beaux-artsstijl. Het appartementsgebouw Van Looy getuigt van het behoudende karakter, waarvan zijn architectuur ook tijdens het interbellum nog blijk gaf. In 1935 lieten de broers Van Looy nog een tweede appartementsgebouw in zakelijke art-decostijl optrekken op de hoek van de Camille Huysmanslaan en de Generaal Cabrastraat. Eén van de drie tekende daarbij als bouwmeester voor het ontwerp.
Het gebouw met de allure van een imposante meesterwoning, vormt de hoek met de Beschavingstraat en omvat vier bouwlagen onder een plat dak. De sobere lijstgevel met een vlak parement van Euvillesteen op een breukstenen plint in 'grès de la Gileppe', wordt gekenmerkt door een levendige ordonnantie van een zevental ongelijke traveeën. De klemtoon ligt op de hoekpartij die over de bovenverdiepingen is uitgewerkt als een oplopende halfronde erker met vijflichten. Driezijdige of rechthoekige erkerpartijen, drielichten en balkons markeren de flanken onder de vorm van zijrisalieten. Zonder overbodige ornamentatie beperkt de compositie zich verder tot registers van rond- en korfboogopeningen, afgelijnd door een klassiek hoofdgestel, met een blinde attiek of frontons in spiegelboogvorm boven de risalieten. Het hoofdportaal bevindt zich aan de Jan Van Rijswijcklaan, het dienstportaal geflankeerd door garagepoorten aan de Beschavingsstraat. Tot het voorname beaux-arts-karakter draagt ook het verzorgde houten vensterschrijnwerk met kleine roeden bij, net als het smeedijzer van vleugeldeuren, tralies, balkonleuningen en het voortuinhek.
Het standingvolle karakter van het gebouw blijkt alleen al uit de royale afmetingen van de appartementen die telkens een volledige verdieping beslaan. De plattegrond is identiek en georganiseerd rond de hal die aansluit bij de woonruimten, terwijl een nachthal en een diensthal de overige functies afzonderen. Het woongedeelte vormt een doorlopende suite, die uit een rookkamer, een eetkamer en de woonkamer met hoekrotonde bestaat. Verder omvat het appartement drie slaapkamers alle gelegen aan de straatzijde, een badkamer, en een dienstcompartiment met de keuken, een terrasje en een meidenkamer aan het binnenhof. De lage begane grond biedt ruimte aan een vestibule, een spreekkamer, de centrale traphal met lift, en verder een garage, dienstkamers, was- en bergplaatsen.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Appartementsgebouw in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135979 (geraadpleegd op ).
Meesterwoning en flatgebouw naar ontwerp van F. Dermond, van 1932. Parement van Euvillesteen. Vier verdiepingen met erkers en balkons, ronde hoekpartij. Rondboog- en segmentboogvormige muuropeningen. Benedenverdieping met ruime hal, dienstlokalen en garage, voorts per verdieping een ruime flat bediend door een lift.
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Appartementsgebouw in beaux-artsstijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6960 (geraadpleegd op ).