Teksten van Woning Willems

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6961

Herenhuis in art deco ()

Herenhuis in sobere art-decostijl gebouwd in opdracht van G. Willems, naar een ontwerp door de architecten Paul Smekens en Carlos Van der Voodt uit 1927. Smekens en Van der Voodt waren vermoedelijk van begin 1927 tot midden 1931 geassocieerd. Na de dubbelwoning Verswijver aan Arthur Goemaerelei, behoort de woning Willems tot hun eerste gezamenlijke ontwerpen. Deze rijwoning in halfopen bebouwing is gekoppeld aan de beaux-arts-woning Freedman ontworpen door architect Joan Coninck Westenberg in 1926.

Het project behoort tot het vroege oeuvre van Paul Smekens, die zich pas in 1921 als zelfstandig architect vestigde. Na een eerste traditionele fase ontwikkelde hij vanaf 1924 een persoonlijke, eigentijdse vormentaal met kenmerken van de art deco, waartoe ook de woning Willems moet gerekend worden. Zijn architectuur incorporeerde in deze periode vooral invloeden van de Amsterdamse School en architect Willem Marinus Dudok, opgedaan tijdens zijn verblijf in Nederland gedurende de Eerste Wereldoorlog. Hij toonde zich hiermee een gematigd modernist, met een kritische reserve ten overstaan van de puristische avant-garde. Nochtans was Smekens op hetzelfde moment als uitvoerend architect verantwoordelijk voor de bouw van de atelierwoning Guiette in de Populierenlaan, de enige realisatie van Le Corbusier in België. De woning Willems is veruit de meest progressieve onder de interbellum-stadsvilla's in dit gedeelte van de Jan Van Rijswijcklaan, waar de beaux-artsstijl of een meer conventionele art deco de toon aangeven. Tijdens het jaar van het ontwerp, overleed Smekens eerste echtgenote Gaby Picard, met wie hij drie kinderen had. In 1938 breidde hij de woning uit met een garage.

Het gebouw van in totaal vier bouwlagen wordt gekenmerkt door een zorgvuldig gearticuleerd reliëf van in- en uitspringende volumes, steunberen en korte luifels, met een grote plasticiteit. Vooral de driezijdige erkerpartij op de hoek en de hoge pseudo-mansarde trekken daarbij de aandacht. Deze expressieve vormgeving verwant met de Amsterdamse School wordt ondersteund door het materiaalgebruik overwegend in rode baksteen, in combinatie met een parement van witte natuursteen tot op twee derde hoogte van het straatfront, en de leien bedaking. Belijnd door een brede kroonlijst, ontwikkelt de asymmetrische compositie zich evenwichtig over de drie gevelzijden, waarbij de ordonnantie ondergeschikt is aan de indeling van het interieur. Zo genereren de rechthoekige muuropeningen van uiteenlopende afmetingen, die zowel staand als liggend worden toegepast, een onregelmatige geometrische vlakverdeling. In tegenstelling tot het trappenhuis met een hoog drielicht, wordt het portaal in de zijgevel nauwelijks beklemtoond. Het oorspronkelijke schrijnwerk is helaas vernieuwd, in tegenstelling tot het art deco- smeedijzerwerk van de deur en de balkonleuning, de venstertralies, en het voortuinhek die behouden bleven.

Volgens de bouwplannen volgt de plattegrond de conventionele typologie van de woning voor de vermogende burgerij, uitgerust voor inwonend personeel. De centrale traphal, ontdubbeld door een diensttrap, deelt daarbij de woning over de volledige breedte in. Op de begane grond bevinden zich verder de inkom met vestiaire, een ontbijtkamer en de keuken met dienstingang. Het salon met cosy-corner en de eetkamer met terras en tuintrap, vormen op de bel-etage een doorlopende suite aan beide zijden van de hal, waarbij een office met keukenlift de bediening verzekert. De hogere verdiepingen omvatten telkens drie slaapkamers, een badkamer, een linnenkamer en een zolder.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1927#27549 en 18#10755; foto's GP#2613 en GP#2614.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2011: Woning Willems [online], https://id.erfgoed.net/teksten/135986 (geraadpleegd op ).


Herenhuis ()

Halfvrijstaand herenhuis van drie bouwlagen onder pseudo-mansardedak naar ontwerp van P. Smekens, van 1927. Lijstgevels van bak- en witte natuursteen laatstgenoemde gebruikt voor parement van voorgevel en hoekpartij met erker en balkon. Rechthoekige vensters en zijingang.


Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Woning Willems [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6961 (geraadpleegd op ).